8
Bijlage nr. 418
b^ Hanteerbaarheid van de verordening.
In de subsidieverordening is getracht de subsidiëring toe te
spitsen op de Bredase situatie. De beginfase van de verordening
heeft mede in verband daarmee een aantal vraagpunten opgeroepen.
Deze betroffen merendeels onderdelen van de verordening, waarvoor
in de praktijk oplossingen gevonden konden worden.
De belangrijkste knelpunten waren:
er is in de verordening geen minimum-investeringsbedrag
opgenomen, waardoor subsidie-aanvragen voor zeer lage bedra
gen werden ingediend. Deze aanvragen met een laag rendement
legden een relatief groot beslag op de beschikbare middelen
en de ambtelijke kapasiteit;
in bepaalde gevallen is het niet uitgesloten, dat het subsi
diebedrag de werkelijke kosten te boven gaat. Dit kan zich
voordoen bij toepassing van de "klussenlijst"d.w.z. voor
bepaalde aktiviteiten worden vaste bedragen beschikbaar
gesteld)
bij de procentuele subsidieverlening (voor investeringen
boven de f 25.000,--) is een percentage van 60% (stadsver
nieuwingsgebieden) of 50% (overig Breda) subsidie op de
goedgekeurde kosten mogelijk. Voor deze gevallen ontbrak
aanvankelijk een eenduidige vergelijkingsbasis in de vorm
van een referentiebestek, op basis waarvan de akseptabele
kosten voor een bepaalde aktiviteit konden worden vastge
steld.
de effektiviteit van de subsidiëring zou een direkte relatie
dienen te hebben met de verwachte verlenging van de le
vensduur van de woning als gevolg van ingrepen. Die rela
tie onbreekt in de verordening.
Voorts adviseert SOAB tot enkele aanvullingen van de subsidiever
ordening.
cRelatie met andere beleidsasoekten.
In het kader van de verbetering en instandhouding van het
woningbezit is de subsidiëring van de verbetering van woningen
van eigenaren/bewoners niet het enige instrument. Van belang zijn
o.m. ook het aankopen en verbeteren van panden door gemeente of
korporatie, het aanschrijven op grond van de woningwet, de
instelling van de woonwinkel, de verbetering van partikuliere
huurwoningen
Om te komen tot een optimaal resultaat en tot een efficiënte
inzet van menskracht en middelen, is een afstemming van de ver
schillende instrumenten nodig.
SOAB wijst in zijn rapport op het volgende.
Om de effektiviteit van een kompleksgewijze benadering te
vergroten, dient het instrument van de aanschrijving meer
gebruikt te worden. Is de eigenaar niet in staat of bereid
de noodzakelijke ingrepen uit te voeren, dan zou aankopen en
verbeteren door de gemeente een oplossing kunnen bieden.
SOAB stelt voor om in de subsidieverordening een onderdeel
op te nemen, waarop gemeente en korporaties een beroep
kunnen doen voor die aktiviteiten.