Bijlage nr. 418
c. de klusgewijze subsidiëring met betrekking tot:
casco- en groot-onderhoudsvoorzieningen te handhaven
op het huidige niveau en;
woontechnische voorzieningen te verlagen met ±20%;
d. de premieregelingen te handhaven echter uitsluitend met
betrekking tot bouwtechnische verbeteringen en groot onder
houd
Voor de overige gebieden wordt voorgesteld:
a. de procentsgewijze subsidiëring te verlagen van 50% naar
40%;
b. de subsidiëring op basis van de klussenlijst te verlagen
voor woontechnische voorzieningen met 15% en voor bouw
technische voorzieningen en groot onderhoud met 10%;
c. de premieregelingen te laten vervallen.
Voor wat betreft de isolatievoorzieningen wordt voorgesteld deze
niet langer te subsidiëren. Dit in tegenstelling tot het betref
fende verzoek van de woonwinkel. Vast staat namelijk, dat dit
soort voorzieningen zichzelf terugverdient. Een gehele of gedeel
telijke betaling van overheidswege van dit soort investeringen is
dan ook niet gewenst. Zeker niet bij teruglopende overheidsbud
getten.
Separaat is aan uw raad een voorstel gedaan over de gemeentelijke
garantstelling bij de financiering van het niet gesubsidiëerde
gedeelte van de verbeterkosten bij particuliere woningverbete
ring.
Om toch een stimulans voor isolatie te behouden is daarbij gead
viseerd de financiering voor isolatievoorzieningen ook te garan
deren onanks het niet subsidiabel zijn daarvan.
De woonwinkel verzoekt voorts om de premieregeling bij komplexge-
wijze verbetering ook te laten gelden bij de procentuele subsi
diëring. Alhoewel van een stimulerend instrument kan worden ge
sproken zijn de budgettaire gevolgen van een dergelijke maatregel
onvoldoende te overzien. Bij drie woningen waarbij een pakket
maatregelen noodzakelijk is van f 25.000,per woning dit is
het minimum bij procentsgewijze subsidiëring) en een premiëring
van 20% kost navolging van dit voorstel f 9.000,Bij 10 wonin
gen f 30.000,--.
Voor de in 1987 voorkomende gevallen kan worden bezien in hoever
re een premie mogelijk is. Dit zal mede afhankelijk zijn van het
betreffende geval en de claim die een dergelijke maatregel op het
budget zal leggen.
De ratio van de gedifferentiëerde wijziging van de subsidiemoge
lijkheden in stadsvernieuwingsstimuleringsgebieden is gelegen in
het volgende. Juist in die gebieden moet en stimulerend beleid
gevoerd worden En wel zo, dat het niveau van de verbeteringen
zodanig is, dat niet op korte termijn opnieuw naar het subsidie
middel gegrepen moet worden om de kwaliteit van de particuliere
woningen omhoog te brengen. De verlaging van de subsidies voor
woontechnische voorzieningen is een gevolg van enerzijds de con
statering, dat de woontechnische verbeteringen ook bij lagere of
zelfs geen subsidie zouden worden aangepakt. Anderzijds de subsi
diëring van deze voorzieningen aanleiding zijn voor meer of
minder ingrijpende verbeteringen aan het casco, zoal3 blijkt uit
de evaluatie van de subsidieverordening.