Bijlage nr. 418
De subsidies in niet-stadsvernieuwingsgebieden worden voor een
aanzienlijk deel gebruikt voor woontechnische- en isolatievoor
zieningen. Te ingrijpende woontechnische verbeteringen zonder
dat een een integrale aanpak van het caso plaatsvindt moet, waar
die aanpak noodzakelijk is, worden voorkomen. Dit kan later een
drempel vormen om tot bouwtechnische verbeteringen over te gaan.
Ten aanzien van isolatievoorzieningen wordt verwezen naar het
reeds eerder genoemde standpunt.
Daarom is voor niet-stadsvernieuwingsgebieden gekozen voor een
verlaging van de subsidiemogelijkheden over de gehele linie. Ook
voor bouwtechnische voorzieningen en groot onderhoud. Dit is
gedaan omdat enerzijds de gemiddelde ingreep en daarmee de te
plegen investering, gelet op de leeftijd van de betreffende
woningen niet zo groot is als in stadsvernieuwingsgebieden. An
derzijds de urgentie voor de toedeling van de middelen in de
stimuleringsgebieden ligt.
In relatie met de voorgestelde garantiestelling van leningen voor
de financiering van het niet gesubsidieerde gedeelte van de
verbeterkostenis de verwachting, dat het thans voorgestelde
totale pakket van maatregelen in het kader van de particuliere
woningverbetering geen negatieve invloed zal hebben op de parti
culiere -woningverbeteringsinspanningen
Zo mogelijk zullen wij Uw raad hierover eind 1987 rapporteren.
3j_ MONUMENTEN EN BEELDBEPALENDE PANDEN.
Hoofdstuk III van de subsidieverordening stadsvernieuwing regelt
de subsidiëring van monumenten en beeldbepalende panden (artike
len 30 t/m 35).
Artikel 34 lid 3 regelt de samenloop van verschillende subsidie
stromen in die zin, dat op de kosten van te treffen voorzieningen
in mindering worden gebracht de kosten, die uit andere hoofde
subsidiabel zijn. Dat wil zeggen dat geen subsidie wordt verleend
in de restauratie en verbetering van op de rijkslijst van Breda
geplaatste panden en objekten. De subsidiëring van deze panden en
objekten gebeurt via de rijkssubsidieregeling restauratie monu
menten op basis van de door Uw raad vastgestelde en vast te
stellen meerjarenprogramma's restauratie monumenten.
Deze verordening is derhalve met name bedoeld voor op de gemeen
telijke lijst geplaatste en te plaatsen panden en objekten en op
beeldbepalende panden.
Het in de jaren t/m 1991 beschikbare bedrag voor de subsidië
ring van monumenten is in vergelijking met het meerjarenplan
1986 - 1990 voor 1987 gehandhaafd op f. 500.000,-- en voor de
jaren daarna verlaagd van f. 750.000,-- tot f. 500.000,--. Ons
college heeft inmiddels besloten, dat de kosten van het in dienst
houden van de archeoloog evenals in 1986, in de jaren 1987 en
1988 ten laste gebracht dienen te worden van dit onderdeel.
Bij de behandeling van het MPS 1987 - 1991 heeft u daartoe een
krediet van f 100.000,-- beschikbaar gesteld. Dit betekent dat
thans f 400.000,-- gevoteerd kan worden voor de verbetering van
monumenten c.a. in 1987.