Bijlage nr. 419 - 4 - 3. Het garanderen van een onderhandse lening Een persoonlijke lening heeft in het algemeen betrekking op bedragen tussen de 5.000,en 10.000,Bij dergelijke bedragen staan de afsluitkosten en notariskosten die bij een tweede hypotheek aan de orde zijn, in een ongunstige verhouding tot het te financieren bedrag. Een persoonlijke lening echter kent als nadelen de hoge rente en de zeer korte looptijd. Om het primaire doel, integrale en complexgewijze woningverbetering, opti maal te kunnen realiseren, kan een lening onder gemeentelijke borgstelling onder bepaalde voorwaarden dan ook een nuttig instrument zijn. Mogelijkheden tot het afsluiten van een verbeteringslening zouden in de Bredase situatie aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen. Dit voorstel gaat op deze voorwaarden in. Ten eerste wordt het instrument in het leven geroepen om integrale en complexgewijze verbetering naderbij te brengen. Naar ons idee zou het aantal te garanderen onderhandse leningen beperkt moeten kunnen blijven tot 15 a 20 op jaarbasis. Ten tweede is de onderhandse lening bedoeld om in die gevallen gebruikt te worden waar het afsluiten van een hypotheek gezien de geringe hoogte van het bedrag niet efficiënt is. Dat betekent, dat de lening slechts tot een bepaald maximum verstrekt hoeft te worden om nuttig te zijn. Ons voorstel is daarom de onderhandse lening te garanderen tot een maximum van 10.000,Daarbij opgeteld de gemeentelijke subsidie, is een inves tering mogelijk van ca. 20.000,Dit is voldoende om bijvoorbeeld een nieuwe kapconstructie aan te brengen. Ten derde moet naar onze mening een lagere rente voor verbeterleningen worden geoffreerd, dan gebruikelijk voor persoonlijke leningen wordt gehanteerd. Door de borgstelling door de gemeente kan dat ook. Ter zake dient nog overleg gevoerd te worden met de in Breda verenigde bankinstellingen. Van de resultaten van dit overleg zult u op de hoogte worden gesteld. 4. De te garanderen kosten Voor de garantie komen in aanmerking: 1. het niet gesubsidieerde deel van de subsidiabele verbeterkosten 2. de financierings- en taxatiekosten; 3. de kosten van isolatievoorzieningen. Ad 1. Gekozen is voor de subsidiabele verbeterkosten als limiet omdat anders wellicht garantie zou kunnen worden verleend en risico gedragen voor zaken die als pure luxe moeten worden aangemerkt. Ad 2. Teneinde geen drempel op te werpen is gekozen voor het meegaranderen en dus meefinancieren van deze kosten. Vooral bij hypotheken kunnen deze kosten hoog zijn. Ad 3. In de wijziging van de subsidieverordening stadsvernieuwing is voorgesteld de isolatievoorzieningen niet langer subsidiabel te doen zijn. Om toch een stimulans voor isolatie te behouden wordt voorgesteld de financiering van isolatievoorziening ook te garanderen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 2239