Bijlage nr
Bij brief van 15 juli 1985 werd een eerste nota door de
voorbereidingsgroep voorgelegd aan de meest betrokkenen: de
colleges van burgemeester en wethouders van Breda, Ooster
hout en Etten-Leur, het bestuur van de Kamer van Koophandel
en Fabrieken voor Westelijk Noord-Brabant en het dagelijks
bestuur van het stadsgewest.
Op 26 september 1985 werd de concept-nota eveneens besproken
in het portefeuillehoudersoverleg sociaal-economische zaken
van de 21 gemeenten in het stadsgewest Breda.
Betrokkenen hebben daarop allen gereageerd en het merendeel
der reacties had een positieve strekking, met name ten
aanzien van de achterliggende gedachten en de doelstelling
van het voorgestelde instituut.
In de vergadering van de commissie Werken van 7 november
1985 werd de nota eveneens ter kennis gebracht en werd in
principe positief op een ontwikkeling naar meer samenwer
king gereageerd.
Nadere uitwerking
In de nota "Oprichting Regionaal Werkgelegenheidsinstituut
zoals deze door de voorbereidingsgroep, waarin de porte
feuillehouder Werken van ons college zitting heeft, ons is
aangeboden en die als onderdeel van dit voorstel moet worden
gezien, wordt uitgebreid ingegaan op:
- de verdere motieven voor oprichting van en deelname aan
een regionaal werkgelegenheidsinstituut;
- doel en taken;
- de samenwerking met derden;
- de rechtsvorm en het bestuur;
- middelen en apparaat.
Wij onderschrijven de inhoud van de nota doch willen ter
meerdere toelichting op een aantal punten verder ingaan.
Door het grote aantal organisaties als gevolg van het feit
dat elk departement zijn eigen min of meer zelfstandige orga
nisatie in de regio heeft voor het behartigen van hun taken
met daarbij gevoegd de gemeentelijke en provinciale organi
saties, dreigt enerzijds het gevaar dat er een eldorado voor
serviceverlenende instanties ontstaat, terwijl er anderzijds
een grote behoefte is aan doelgroep- en activiteitengerichte
aanpak met voldoende differentiatie in werkwijze en benade
ring in de opeenvolgende fasen van begeleiding, advisering
en verwijzing.
Uitgaande van het feit dat de meeste van deze instanties een
wettelijke taakomschrijving hebben is naar onze mening samen
werking in de zin van complementair aan elkaar werken, de
enige operationalisatieformule voor de diverse op regionaal
en lokaal niveau werkzame instellingen en diensten.
- 2 -