- 2 -
van de B.O.M. van belang. De situatie in de onderscheiden
regio's in Noord-Brabant en de ervaringen met de bestaande
R.W.I.'s worden aangestipt. Daarna wordt aandacht besteed
aan de overleg- en adviesstructuur in ons gebied. Vervol
gens worden allerlei aspecten van het gewenste R.W.I. in
het Stadsgewest Breda belicht.
2. SOCIAAL-ECONOMISCHE ORGANISATIE
2.1. Rijk
Sinds het midden van de jaren zeventig stelt het kabinet
eenmaal in de vier a vijf jaar een nota over het regionaal
sociaal-economisch beleid samen. In 1985 is een nota voor
de periode 1986-1990 verschenen.
Het rijksbeleid is te onderscheiden in een regionaal stimu
leringsbeleid, vooral gericht op de zwakke regio's, en een
regionaal ontwikkelingsbeleid bedoeld om de bijdrage van de
regio's in de ontwikkeling van de nationale economie te ver
groten. Instrumenten voor het stimuleringsbeleid zijn de in
vesteringspremieregeling (I.P.R.)de Bijzondere Regionale
Toeslag (B.R.T) en het Europees Fonds van de Regionale
Ontwikkeling (E.F.R.O.). Instrumenten voor het ontwikke
lingsbeleid zijn het voorwaardenscheppend beleid, gericht
op de opheffing van regionale knelpunten in de infrastruc
tuur, de Selectieve Investeringsregeling (S.I.R.) en Regio
nale Ontwikkelingsmaatschappijen (R.O.M.). Verder is er een
beleid, gericht op specifieke steden en regio's. Een voor
beeld daarvan is het Meerjarige Investeringsprogramma Noord-
Brabant
2.2. Provincie
De provincie had tot voor enige jaren een uiterst beperkte
rol in het sociaal-economische gebeuren. Met de verslechte
ring van de economische situatie en met de veranderde posi
tie van de provincie in het overheidsbestel is daarin dui
delijk verandering gekomen. Het provinciaal sociaal-econo
misch beleid is volop in beweging. Van een tamelijk passieve
aanpak is de provincie overgestapt op een actieve benadering
van de sociaal-economische problematiek.
De provincie maakt daarbij wel een duidelijk onderscheid
tussen het beleid (het scheppen van gunstige voorwaarden
en een goede overleg- en adviesstructuur inbegrepen)onder
steunend onderzoek en de uitvoering van het beleid. Dit
onderscheid is ook terug te vinden in de organisatie, waarbij
de beleidsaspecten bij de griffie, de onderzoeksactiviteiten
bij het E.T.I.N. en de uitvoerende activiteiten in belang
rijke mate bij de B.O.M. zijn of worden ondergebracht. Het
nieuwe beleid is in samenhang met het rapport van de com
missie Bosman en de nieuwe rijksnota over het regionaal so
ciaal-economisch beleid vertaald in een beleidsplan.