- 4 -
De B.O.M. richt zich daarbij op de projecten, die zich
onderscheiden door de volgende kenmerken:
a. het project c.q. initiatief vraagt om technische, juri
dische danwel andere specifieke vakkennis, waarover het
desbetreffende instituut niet beschikt;
b. voor de realisering van het project c.q. initiatief is
intensief contact nodig met het Rijk, de Nationale In
vesteringsbank, het provinciaal apparaat of andere in
stanties waarmee de B.O.M. regelmatig overleg voert;
c. het project c.q. initiatief heeft een uitstralingseffect,
dat verder reikt dan het geografische werkterrein van
het desbetreffende instituut;
d. het project c.q. initiatief vergt de financiële medewer
king van de B.O.M.
Ook het bij elkaar brengen van verschillende ondernemers of
verschillende technieken om op basis daarvan nieuwe activi
teiten tot stand te brengen (ontwikkeling en innovatie) be
hoort tot de activiteiten van de B.O.M. (derhalve stimule
ring nieuwe markten).
De ervaring sinds de oprichting heeft de N.V. B.O.M. in de
overtuiging gesterkt dat het functioneren van de N.V. alleen
dan optimaal tot zijn recht kan komen indien er een nauwe
samenwerking bestaat met instituten welke eveneens actief
zijn op sociaa1-economisch terrein en wel voornamelijk op
regionale en lokale schaal. Immers ervan uitgaande dat in
toenemende mate ingespeeld zal moeten worden op de "sterke"
punten binnen Brabant zal gebruik moeten worden gemaakt van
de kennis en inzichten van organisaties die op lokaal/regio
naal niveau opereren.
De veelheid aan projecten en vragen waarmee de B.O.M. gecon
fronteerd wordt, al of niet gericht op de wens om te komen
tot participatie maakt het wenselijk dat op regionaal/lokaal
niveau ondersteuning plaatsvindt inzake de eerste beoorde
ling en de opstelling van het ondernemingsplan. De ervaring
tot nu toe met de functionerende regionale werkgelegenheids-
instituten zoals REDE, INDUTIL, INDUMA en Bedrijfsregio Den
Bosch zijn positief. De aandacht van de B.O.M. kan als ge
volg van deze ondersteuning "van onderop" primair gericht
worden op het concretiseren van de ingediende plannen in
projectvoorstellen en het ten behoeve van individuele be
drijf sproj e eten bereiken van resultaten op andere terreinen
(o.a. IPR.-advisering/managementondersteuning e.d.). Mede
om deze redenen wordt de totstandkoming van regionale werk
gelegenheids i n s ti tuten waar dit wenselijk en mogelijk is,
door de provincie en de B.O.M. krachtig ondersteund.
Inmiddels is tussen de B.O.M. en de bestaande R.W.I.'s ge
structureerd overleg tot stand gebracht. Voor het gebied van
het Stadsgewest Breda is vanuit de ambtelijke voorbereidings
groep een toehoorder bij dat overleg aanwezig.