- 7 - instanties is voortgezet ter wille van de informatieuit wisseling en de afstemming in beleid. Naast de B.O.C. be staat vanaf 1972 een algemeen overleg tussen Stadsgewest Breda en het Stadsgewest Westelijk Noord-Brabant in de vorm va- het Contactorgaan West-Brabant; - vanaf 1977 een regelmatig overleg tussen de terreinbe heerders in het Stadsgewest Breda, Oosterhout, Dombosch, Etten-Leur en I.H.M. Moerdijk, (het B0DEM-overleg met het stadsgewest als toehoorder. In een ambtelijke evaluatie begin 1985 is geconstateerd, dat het B.O.D.E.M. overleg niet zinvol meer is vanwege de te vrijblijvende aanpak, terwijl de RWI-discussie dit overleg op losse schroeven zette. Voorgesteld is dit overleg op te heffen; - vanaf 1983 een toename van het aantal incidentele contac ten tussen stadsgewest, gemeenten en Kamer van Koophandel - in 1984 een gespreksronde van de gewestelijke portefeui llehouder economische zaken langs alle stadsgewestgemeen ten. In de loop van 1984 is het portefeuillehoudersover- leg sociaal-economische zaken van de 21 gemeenten inge steld, dat tot op heden enkele malen bijeen is geweest. Uit dat overleg is een kerngroep samengesteld bestaande uit de heren F. Houbenals gewestelijk portefeuillehou der, R. Sandberg namens Breda, H. Dirven namens de P.T.T. gemeenten, V. Rosierse namens Oosterhout, J. Schouten na mens de Dongemondgemeenten A. Seelen namens de Zekluza- gemeenten C. Braspenning namens het Land van Heusden en Altena en W. van Zeeland namens de Zuidelijke gemeenten. 3.2. Vervolg advies- en overlegsituatie Mede gelet op de hiervoor geschetste ontwikkelingen is het volgende op te merken over de gewenste situatie: De provin cie heeft bij brief van 1 m?i 1985 medegedeeld dat alle B.O.C.'s in de provincie zijn opgeheven, evenals het P.O.W. Wel pleiten gedeputeerde staten voor de instelling van een nieuwe overleg- en adviesstructuur op de schaal van West- Brabant. De vormgeving wordt geheel overgelaten aan gewes ten en gemeenten. De provincie neemt niet deel aan zo'n overlegstructuur. Het bedrijfsleven is van mening, dat zij daarin eveneens niet dienen te participeren. Het brabantse bedrijfsleven heeft behoefte aan eigen spreekbuis naar de provincie. Het daarvoor in 1983 opgerichte Overleg Brabants Bedrijfsleven (O.B.B) is inmiddels al weer geruime tijd als zodanig erkend door de provincie. Gelet op de al gemaakte afspraken binnen de twee westbra bantse gewesten en met het bedrijfsleven - Kamer van Koop - handel en Overleg Brabants Bedrijfsleven - beschrijven wij de gewenste algemene situatie als volgt: 1. Het zwaartepunt in de overleg- en adviesstructuur ligt op gewestelijk niveau; 2. Het Stadsgewest Breda en het Stadsgewest Westelijk Noord- Brabant hebben afzonderlijk periodiek (tweemaal per jaar)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 339