Licenties Teneinde Brabantse bedrijven meer gebruik te laten maken van hoogwaardige kennis in de vorm van patenten, octrooien en bruikbare licenties, is een aantal initiatieven ontplooid: samenwerkingsovereenkomst met "Stichting Licentec" te Utrecht. Deze stichting bemiddelt in octrooien en licenties en koppelt (hoogwaardige) wetenschap aan bedrijven; - aanlsuiting bij EEG netwerk te Brussel. Dit is een netwerk van onderzoeksorganisaties, instituten en licentiebemiddelaars. Door deze aansluiting is het mogelijk voor Brabantse bedrijven toegang te krijgen tot het subsidie- en steun verleningsinstrument van de EG. Innovatie Voorbereidingen zijn getroffen voor de organisatie van bijeenkomsten met ondernemingen over ontwikkelingen op het gebied van onderzoek en innovatie. Met name de op 1 oktober 1984 in werking getreden "Innovatie Stimulerings Regeling" (INSTIR) bood daartoe goede aanknopingspunten. Micro-elektronica Met het Centrum voor Micro- Elektronica (CME) en, veelal daaraan gekoppeld, het World Trade Center voor Elektronica (W.T.C.E.) vond regelmatig werkoverleg plaats. De combinatie met de THE en de genoemde instellingen maakt Brabant tot een vruchtbare bodem voor deze industrietak. De B.O.M. onderscheidde zich door op dit gebied een aantal succesvolle participaties tot stand te brengen. Nederlandse Herstructurerings Maatschappij (NEHEM) Informatie over sectorontwikkeling en knelpunten in branches verkreeg de B.O.M. van de Nederlandse Herstructurerings Maatschappij. Ook uit dit samenwerkingsverband is een synergetisch effect merkbaar. Ministeries Met name met het Ministerie van Economische Zaken (directies Regionaal Economische Politiek, Industrie en Algemene Technologie) werd veelvuldig overleg gepleegd over beleidsvraagstukken en concrete projecten. VOORUITBLIK Voor 1985 is een werkplan opgesteld waarbij rekening wordt gehouden met verdere uitbreiding van werkzaamheden. Daarbij is voorzien in een toename van het personeelsbestand van 9 tot 12 personen. Beleidsmatig dient rekening te worden gehouden met de financiële begrenzingen in de exploitatiesfeer zoals die voor 1985 zijn vastgesteld. Daarom zal de B.O.M. haar activiteiten blijven richten op praktisch haalbare zaken. In concreto zal het takenpakket omvatten: een verdere uitbouw, zowel kwantitatief als kwalitatief, van de projectbehandeling; het nader inhoud geven aan de zogeheten "brievenbusfunktie" voor het geven van adviezen, het begeleiden en doorverwijzen van bedrijven; - het stimuleren en richting geven aan innovatie-projecten en het bevorderen van de realisering daarvan; - het ontwikkelen van een goede management begeleiding als een "tool of management" voor de bedrijven waarin de B.O.M. participeert; - het verder uitbouwen van een goed beheerssysteem voor de B.O.M.- participaties; het opzetten van een gestructureerd overleg- en samenwerkingspatroon met de Kamers van Koophandel en de in de regio's bestaande instituten voor werkgelegenheid, gemeenten e.a. De hoofdtaak van de B.O.M. is het tot stand brengen van perspectiefvolle projecten door middel van financiële deelname. De toevloed van projecten blijft groot. De kwaliteit, de omvang en de complexiteit nemen toe. Bovendien valt te verwachten dat in 1985 innovatieprojecten worden ingebracht. De beoordeling en selectie zal daardoor nog moeilijker en intensiever worden, hetgeen veel tijd en inspanning zal vergen. Het is immers geboden de kans op een deconfiture zo gering mogelijk te houden. Door de betrokkenheid van de B.O.M. bij de IPR-aanvragen worden de relaties met het bedrijfsleven versterkt. Vaak wordt bij de betrokken bedrijven de behoefte vastgesteld om het bestaande contact met de B.O.M. te bestendigen. Wij zullen ook deze contacten zo goed mogelijk benutten om het relatie patroon met het bedrijfsleven te intensiveren en uit te bouwen. Inmiddels is besloten tot een regelmatig overleg met de regionale instituten, waarbij de B.O.M. de coördinatiefunctie vervult. De ervaring leert dat een aantal in de regio's bestaande instituten, zoals Bedrijfsregio Den Bosch, REDE in Eindhoven en Induma Helmond, met haar activiteiten goed aansluiten bij de activiteiten van de B.O.M., en dat zij een positieve bijdrage leveren tot de verbetering van de sociaal-economische situatie in Brabant. De B.O.M. wil bevorderen dat in alle regio's van Brabant soortgelijke instituten tot stand komen; per regio afgestemd op aanwezige behoeften en mogelijkheden. Naast het participeren in perspectiefvolle projecten waarvoor financiering wordt gevraagd, zal de B.O.M. meer inhoud en vorm geven aan de innovatieve ontwikkelings mogelijkheden van het bedrijfsleven. Vanuit de beleidssfeer zal een ondersteunende rol ten behoeve van deze activiteiten worden vervuld, waarbij de B.O.M. als katalysator zal fungeren. Doelstelling daarbij is het concretiseren van nieuwe projecten. De sociaal-economische ontwikke lingen hebben zich in 1984 ten gunste gekeerd. Het dieptepunt van de economische recessie schijnt achter de rug. De produktie en export nemen toe. Het bedrijfsleven komt uit het dal en werkt aan herstel. Het Noord-Brabantse bedrijfsleven verwacht dat de opgaande lijn zal worden voortgezet. Omzet en bedrijfsresultaat zullen in 1985 stijgen boven het niveau van 1984. Er is wel verschil in verwachtingspatroon tussen grote en kleine bedrijven. Grote bedrijven melden in sterkere mate een toegenomen en toenemend bedrijfsresultaat. Naar onze opvattingen mag gerekend worden op een voortgaande verbetering van de sociaal-economische situatie in de komende jaren, waarvan Brabant relatief goed zal kunnen profiteren. De B.O.M. dient daarbij een positieve rol te vervullen; van het welslagen daarvan zal afhangen in welke mate de economische groei via ondernemers activiteiten tot stand zal komen. De B.O.M. vervult daarbij voornamelijk de rol van stimulator en mede-initiatiefnemer. Het beschikbaar kunnen stellen van risico-dragend vermogen met name in kleine en middelgrote ondernemingen vormt daarbij een belangrijke factor. In een zich verbeterend economisch klimaat zal de investeringsbereidheid en daarmee de behoefte aan risico dragend vermogen toenemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 369