Inleiding -3-
en daarmee met welke financiële consequenties die vergrij
zing gepaard gaat. Het antwoord op deze laatste vraag is
voor gemeenten van groot belang aangezien dat antwoord naar
men mag aannemen zijn vertaling kan gaan vinden in de omvang
en de inhoud van de gemeentefonds- en de doeluitkeringen.
Wij zijn er zeker van, dat de vorengeschetste situatie ver
eist dat op korte termijn daarop gaat worden ingespeeld,
enerzijds in de richting van het waar mogelijk inperken van
de voor Breda negatieve kanten aan die ontwikkelingen, ander
zijds in de richting van het gereed zijn om de onvermijdelij
ke consequenties op te vangen. Dit leidt er dan toe dat Bre
da zich thans een zo goed mogelijke uitgangspositie dient te
verschaffen, waartoe dan naar onze mening een consoliderend
beleid in de zin als bovenbedoeld voorshands noodzakelijk
is
Wij kunnen niet anders zien dan dat het streven naar zo'n
uitgangspositie met daaraan verbonden het voeren van een
consoliderend beleid geenszins aansluit op het werken met
een niet-sluitende of met een op termijn sluitende begroting
en dat derhalve het werken met dergelijke begrotingen zo
enigszins mogelijk dient te worden vermeden.
AcKnelpunten
Als knelpunten zijn -naast de ontwikkelingen in algemene zin
met betrekking tot de budgettaire capaciteit- in Kadernota
1986 en begroting 1986 gesignaleerd:
1. de reserve-positie in relatie tot de risico-inventa
risatie
2. de invulling van de HUG-operaties
3. de onderdekking;
4. de areaaluitbreiding;
5. de realisering van welzijnsvoorzieningen in de Haag
se Beemden;
6. de investeringsruimte.
Daarnaast is nog bij de voorbereiding van deze Kadernota een
aantal (knel)punten naar voren gebracht waarvan moet worden
bepaald of en zo ja, in welke mate en tijdsspanne zij moeten
worden opgelost.
In de hoofdstukken B. tot en met H. zullen zowel deze als de
hierboven onder 1 t/m 6 genoemde knelpunten afzonderlijk wor
den besproken, waarna in hoofdstuk I. de consequenties van
die aanpak zullen worden geconfronteerd met de meerjarencapa-
citeit, zoals die in dat hoofdstuk nader zal worden uiteenge
zet. In hoofdstuk J. zullen dan de concrete voorstellen ter
invulling van de Kadernota worden gedaan.