HUG
-14-
C. DE INVULLING VAN DE HUG-OPERATIES
C.aAfsluiting van HUG I en II, stand van zaken
In het kader van de behandeling van de begroting 1986 is de
"Slotrapportage over afwijkingen in de realisatie van HUG-
besluiten" door Uw Raad voor kennisgeving aangenomen.
In die rapportage hebben wij onze besluiten aangegeven met
betrekking tot de per knelpunt of afwijking te volgen lijn.
Getracht is daarbij die lijn zo definitief mogelijk in te
vullen. In enkele gevallen dient nog een nadere advisering
te worden afgewacht alvorens tot een totale afronding kan
worden gekomen.
Aangezien de HUG-operaties nog tot en met het jaar 1987 door
lopen en een aantal HUG-besluiten in dat jaar voor het eerst
moeten worden gerealiseerd dan wel hun totale invulling moe
ten vinden is het uiteraard onmogelijk in het begin van 1986
een finale afrekening per ultimo 1987 voor te leggen. Gelet
op de aard en de omvang van de gepresenteerde afwijkingen en
knelpunten en van de terzake door ons college genomen beslui
ten is er bij voornoemde slotrapportage van uitgegaan, dat
de heroverwegingsacties waarvan thans sprake is sluitend zou
den kunnen worden afgerond en dat het derhalve niet nodig
zou zijn in de voorliggende kadernota extra-middelen in te
zetten
Bij de behandeling van de begroting 1986 is door Uw Raad bij
motie aan ons college opgedragen geen verdere bezuinigingen
in de sector cultuur door te voeren alvorens zicht op de
knelpunten in de genoemde sector zou zijn verkregen en Uw
Raad zich over de plaats van de culturele voorzieningen in
Breda zou hebben uitgesproken.
Tegen de achtergrond van deze motie hebben wij thans ons
standpunt als volgt bepaald:
Doorvoering van de eerder genomen HUG-besluiten zou dienen
te leiden tot een in 1987 te realiseren bezuiniging in de
sector cultuur van in totaal f. 722.000. Dit totaal betreft
enerzijds een bedrag van f. 372.000, oorspronkelijk als be
zuinigingsmogelijkheid door de sector cultuur aangedragen in
verband met het wegvallen van de gemeentelijke steun aan het
Brabants Orkest. Later is deze bezuinigingsmogelijkheid ver
vangen door een taakstelling tot genoemd bedrag, aangezien
het wegvallen van de gemeentelijke steun gepaard ging met
een verlaging van de rijksuitkering terzake aan de gemeente
en er derhalve geen sprake meer was van een concrete bezui
niging. Anderzijds was in genoemd totaalbedrag nog begrepen
een bedrag van f. 350.000 aan overige bezuinigingen, begre
pen in de "jaarschijf 1987".