I.
HET FINANCIEEL
Meer jarenperspeetief
MEERJARENPERSPECTIEF 1987 -
1990
I.aAlgemeen
In bijlage E. is het "globaal financieel perspectief" voor
de jaren 1987 - 1990 opgenomen. Hierna (onder I.b.) zullen
wij ingaan op enkele hoofdpunten uit dat perspectief, waarna
onder I.e. zal worden aangegeven op welke wijze de in de
voorgaande hoofdstukken genoemde zaken -voorzoveel nodig- in
dat perspectief zijn verwerkt. Vervolgens worden in I.d.
slotconclusies getrokken en mogelijke alternatieve invullin
gen gegeven.
I.b. Toelichting op onderdelen
I.b.a. Gehanteerd woningbouwprogramma
Bij de berekening van de capaciteit is van een woningbouwpro
gramma uitgegaan, dat iets lager ligt dan in de begroting
1986 is aangehouden. Wij menen dat het met name bij een Ka
dernota juist is voorzichtigheid met woningbouwprognoses te
betrachten, dit gelet op de zeer lange tijd die ligt tussen
het uitbrengen van die nota en de feitelijke woningbouw in
het beschouwde kadernota-jaarBovendien wordt dusdoende de
kans verkleind dat bij het opstellen van de betreffende be
groting -wanneer er meer duidelijkheid over het programma
bestaat- neerwaartse en dus onwelkome bijstellingen van de
capaciteit nodig zijn. Gerekend is met de volgende aantallen
(aantallen 1986 tussen haken):
1986 toename 965 965)
1987 idem 1.000 (1.200)
1988 idem 1.000 (1.100)
1989 idem 1.000 (1.200)
I.b.b. Ontwikkelingen aantal uitkeringsgerechtigden
De ontwikkeling blijft achter bij datgene wat in de begro
ting 1986 was aangenomen. Dit heeft repercussies zowel voor
de verfijningsuitkering sociale structuur als voor de bij
standsuitgaven. Ramingen op dit terrein zijn -mede door de
onbekendheid met de te nemen maatregelen op rijksniveau-
zeer onzeker.
I.b.c. Belastingen
Bij de bepaling van de toegestane maxima O.G.B. is er van
uitgegaan, dat deze op dezelfde wijze als in 1986 zullen wor
den berekend. Uitgaande van 2% verhoging van de onroerend
goed-belastingen (gelijk aan het te verwachten prijsstij
gingspercentage) resteert na aanpassing nog een vrije ruimte
-28-