Meer algemeen kan (ook aansluitend op hetgeen in het commentaar wordt gezegd onder punt 7, eerste vijf regels) ten aanzien van gestructureerd overleg daarnaast worden gesteld dat hieraan weliswaar inderdaad geen afzonderlijk hoofdstuk in de nota wordt gewijd, maar dat op een aantal plaatsen in de nota wel het belang van het reeds bestaande structurele overleg wordt benadrukt en aan dit overleg wordt gerefereerd. Afgezien daarvan is er in de nota een afzonderlijk hoofdstuk gewijd aan organi satie en overlegstructuren en ontwikkelingen daarbij waar de gemeente en alle andere participanten, dus niet alleen de woningbouwcorporaties, in het geding zijn. Ons inziens kan hiermee in deze nota worden volstaan. De opstelling van de woningbouwcorporaties ontslaat de gemeente niet van haar verplichting zich met de haar ten dienste staande middelen verantwoordelijk op te stellen op het vlak van de woonlasten. Wordt aan die beleidslijn waar het gaat om corporatiebezit al voldoende inhoud gegeven door de woningcorporaties zelf, dan zal de rol van de gemeente echter slechts een marginale zijn. In het "streven naar aanvaardbare stichtingskosten" kunnen wij echter geen suggestie zoals bedoeld lezen. Voor wat betreft de eerste vijf regels van het commentaar wordt ver wezen naar hetgeen wordt gezegd onder punt 5. Door de gemeente is in het verleden inderdaad op onvoldoende wijze ingegaan op voorstellen van de kant van de corporaties tot verbetering van de communicatie. In het kader van de met de corporaties te sluiten raamovereenkomst volkshuisvesting en stadsvernieuwing zal echter genoemde communicatie nadrukkelijk aandacht krijgen. Voorzien is in een overlegorgaan be leidsgroep volkshuisvesting en stadsvernieuwing waarin alle aspecten van volkshuisvesting en stadsvernieuwing aan de orde kunnen worden gesteld. Tevens is hierbij als intentie geformuleerd om ten aanzien van de behandelde onderwerpen met een gelijkgericht standpunt naar buiten te treden. Voorts is voorzien dat de standpunten van de beleids groep, ook wanneer deze niet stroken met de standpunten van B. en W. terzake, ter kennis zullen worden gebracht aan de raad. Naar verwachting zal genoemde raamovereenkomst in april of mei in de raad behandeld kunnen worden. De verantwoordelijkheid van de gemeente waar het gaat om het opleveren van gemeentegrond die niet verontreinigd is, staat buiten kijf. Waar de coördinatie binnen de gemeente te wensen overlaat ten aanzien van de tijdige oplevering van niet zodanig verontreinigde grond dat gevaar bestaat voor de volksgezondheid of het milieu, zoals in het aangehaalde voorbeeld, steekt de gemeente de hand in eigen boezem en zal hierin verbetering worden gebracht. De constatering dat het bewonen van een huurwoning die onder de huurprijsgrens valt zonder een woonvergunning ook in een onderhuur- constructie klandestien is, is juist.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 615