BIJLAGE 2
A. Hoofdpunten verslae gesprek gemeente Breda - Meeus-de Koepel naar aan
leiding van de Nota Volkshuisvesting 1986 op 12 november 1985
Meeus-de Koepel de heren Smit en 01de Hengel
Gemeente Breda de heren Olsthoorn, Dreimüller, Klooster
1. De verbeteringsvoorwaarden voor huurwoningen van institutionele beleg
gers zijn onduidelijk. Een en ander houdt verband met het feit dat de
gemeente, in afwachting van een te verschijnen nieuwe rijksregeling,
zelf nog geen nieuwe regeling heeft opgesteld.
Afgesproken wordt dat begin 1986 nog eens met elkaar gepraat wordt
over de nieuw op te stellen verbeteringsregeling en dat de gemeente
op de hoogte wordt gesteld wanneer men voornemens is huurwoningen te
verkopen.
2. Namens de institutionele beleggers stelt de heer Smit dat men niet
gelukkig is met de invoering van de Woonruimtewet en dat dit gegeven
belemmerend kan werken in de opstelling van de beleggers. Over de
praktische invulling van het geheel is men daarentegen echter niet
ontevreden.
3. De makelaars hebben signalen uit de koopsector dat er te weinig aanbod
is voor ouderenInstitutionele beleggers zijn echter hiervoor moeilijk
te interesseren. Er zou volgens de makelaars onderzoek moeten worden
gedaan naar de behoefte aan flats in de middenklasse van ouderen van
55+.
4. Ten aanzien van het verhuren aan woongroepen stellen de makelaars dat
dit niet per definitie onmogelijk is, maar dat garanties met betrekking
tot de betaling bij de beleggers wel voorop staan.
5. De makelaars stellen dat het bouwen voor gehandicapten een erg moeizame
weg is gebleken. Afgesproken wordt dat de werkgroep gehandicaptenbeleid
hierover wordt geïnformeerd.
6. Programmering van de nieuwbouw. De makelaars constateren een grote
behoefte aan duurdere (bijvoorbeeld twee onder één kap) woningen en
zijn daarom blij met wat hierover in de nota staat.
Concentratie van dergelijke woningen in Haagse Beemden kan daardoor
trekkend werken.
7. De makelaars schatten het percentage woningen van institutionele beleg
gers voorzien van na-isolatie op 55 a 65% in plaats van op 30 a 40%
zoals in de nota vermeld staat.
Het percentage in de nota zal worden aangepast.
8. Ten aanzien van woonruimteverdeling wordt nog door de makelaars opge
merkt dat er één groep tussendoor valt: alleenstaanden met een wat
hoger inkomen. Afgesproken wordt dat medio 1986 dit gegeven zal worden
meegenomen bij de evaluatie van het verdelingssysteem.