1. NOTA VOLKSHUISVESTING
- Het bestuur van de Woonwinkel is van mening dat deze nota uitvoerig de proble
men weergeeft welke op het terrein van de volkshuisvesting opgelost moeten
worden. Er spreekt het streven uit, te komen tot een intergraal beleid, vorm
gegeven middels stadsbeheer. Als zodanig verdient de nota waardering.
- Er leven echter bij het bestuur vragen ten aanzien van de uitvoerbaarheid van
de nota. Deze vragen spitsen zich toe op een tweetal punten:
In hoeverre zijn er - gezien de benarde financiële situatie van de gemeente -
voldoende middelen vrij te maken om tot een redelijk nivo van uitvoering te
komen?
In hoeverre beschikt de gemeente over het apparaat en de organisatie om een
dergelijk beleid in de praktijk gestalte te geven?
- Ten aanzien van deze bovenstaande punten stelt het bestuur dat zij een visie
mist op de manier waarop deze zaken te lijf worden gegaan. Het bestuur doet
enige suggesties, welke zouden kunnen bijdragen aan een betere financiering
welke nieuwe beheersvormen op het terrein van de volkshuisvesting introduceren
en welke een betere planning en organisatie van de te leveren inspanningen ml]
gelijk maken.
Te noemen zijn:
Het introduceren van vormen van beheer van woningen als Maatschappelijk Ge
bonden Eigendom, welke het mogelijk maken om naast inspanningen van over
heidswege ook aanzienlijke bedragen aan geld vanuit de partikuliere sektor
vrijmaken.
Het afstoten van gemeentelijk bezit met een verbeterplicht, eventueel voor
zien van een afdekking van de mogelijk onrendabele top.
Het stimuleren van samenwerkingsverbanden tussen eigenaar/bewoners met als
doel planmatig te werken aan onderhoud en instandhouding van hun bezit.
Het verbeteren van de eigen organisatie van de gemeente, zodanig dat de pro-
dukten van betrokken diensten en afdeling kwalitatief op een hoger nivo ko
men en dat burgers er sneller over kunnen beschikken.
Het bevorderen van de samenwerking tussen de talrijke instanties die zich
bewegen op het terrein van de volkshuisvesting, opdat een betere afstemming
van plannen en een beter gekoördineerde uitvoering daarvan kan plaatsvinden.
Het bevorderen van de totstandkoming van normen, aan de hand waarvan de
prijs/kwaliteit verhouding van nieuwbouw, onderhoud en verbeteringen kunnen
worden beoordeeld.
Het aan instellingen als de Woonwinkel mogelijk maken dat daadwerkelijk aan de
hand van dergelijke normen werkzaamheden van ondernemers beoordeeld kunnen wor
den.
Dit o.a. te doen door wijzigingen in de subsidieverordening partikuliere wo
ningverbetering welke het de Woonwinkel mogelijk maakt ten aanzien van archi-
tekten en aannemers genoemde normen toe te passen.
Bij het rijk een diskussie aan te gaan omtrent de verdeelsleutel van het fonds
stadsvernieuwing, welke er toe moet leiden dat de gemeente Breda op grond van
haar relatief omvangrijk partikulier woningbezit een hogere bijdrage gaat ont
vangen.
Bewerkstelligen dat er een nauwkeurig inzicht ontstaat in het te verbeteren
woningbestand en de aard van de benodigde verbeteringen, zodat het mogelijk
wordt de werkzaamheden van de gemeentelijke diensten en van instellingen als
de Woonwinkel ook op langere termijn beter te plannen.
Met name ten aanzien van energetische vraagstukken het toezicht op de planvor
ming en uitvoering daarvan te voorzien in deskundig toezicht en bij de op
drachtverlening voor bedoelde werkzaamheden kondities op te nemen, welke de
aansprakelijkheid bij een niet juiste oplevering beter regelen.
(In dit verband is konkreet afgesproken, de energiekonsulent van de Woonwinkel
betrokken zal worden bij de invulling van de taken van de bij de gemeente
nieuw te benoemen konsulent.)
Het onderzoeken van de mogelijkheden van een leefmi1ieu-verordening in het ka
der van buurtbeheer en de ontwikkeling van plannen daartoe.
BIJLAGE 3
Reactie Stichting Woonwinkel op de Nota Volkshuisvesting Breda 1986