O O bij bijl.nr.12 II 3. De directeur doet aan burgemeester en wethouders voorstellen omtrent de door hen te treffen maatregelen met betrek king tot het personeel, dat hem bij de vervulling van de aan de huishouding op gedragen taken behulpzaam is; 4. De directeur regelt, met in achtneming van de bepalingen van deze verordening en andere door de raad of burgemeester en wethouders gestelde of te stellen regelen, de werkzaamheden van het on der zijn leiding staande personeel; De directeur ondertekent de van de huishouding uitgaande stukken; hij kan één of meer ambtenaren aanwijzen, die namens hem bepaalde/met name aange wezen - van de huishouding uitgaande - stukken ondertekenen. Van deze aanwijzing geeft de directeur voora schriftelijk kennis aan burgemeester en wethouders. 5. Financieel beheer, Slotbepalingen. Artikel 5. 1De directeur brengt periodiek verslag uit aan burgemeester en wethouders over de gang van zaken binnen de huishouding; 2. Burgemeester en wethouders stellen rege len met betrekking tot de vorm waarin en de frequentie waarmee het in het eerste lid van dit artikel bedoelde verslag moet worden uitgebracht; 3. De directeur doet onverwijld mededeling aan burgemeester en wethouders van alle buitengewone voorvallen de huishouding betreffende. Artikel 6. Het financieel beheer van de huishouding wordt gevoerd overeenkomstig de door de raad gegeven regelen, neergelegd in de artikelen van de "Algemene verordening financieel beheer gemeentelijke huishou dingen ex artikel 252". Artikel 7. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op het beheer van de dienst van openbare werken". -4-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 62