gemeente Breda bij bijlage nr. 99 I De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 167 van de gemeentewet; besluit I. tot vaststelling van de beleidsvoornemens en -uitgangspun ten, zoals deze zijn neergelegd in de bij dit besluit behorende, en als zodanig gewaarmerkte "Beleidsnotitie inzake Gemeentelijke Kredietbank Breda", en wel de hierna volgende beleidsvoornemens en -uitgangspunten in het bij zonder: a. de gemeentelijke kredietbank zal worden opgeheven als zelfstandige tak van dienst in de zin van artikel 252 van de gemeentewet, en als afdeling worden ingepast binnen de organisatie van de gemeentelijke sociale dienst b. de gemeente Breda zal via de gemeentelijke kredietbank sociale kredieten verstrekken, waaronder wordt verstaan consumptieve kredieten en schuldsaneringskredieten, en zal diensten verlenen met betrekking tot schuldbemid deling c. de onder sub b. genoemde kredieten en diensten zullen uitsluitend verstrekt, respectievelijk verleend, worden aan natuurlijke personen: - met een minimum-inkomen, en/of; - die tevergeefs een beroep doen op de commerciële banken, en/of; - die ernstige problemen ondervinden als gevolg van te hoog opgelopen schulden; d. het dienstenaanbod van de gemeentelijke kredietbank zal zich in beginsel uitsluitend richten op de inwoners van de gemeente Breda; e. het dienstenaanbod van de gemeentelijke kredietbank zal zich mede kunnen richten op inwoners van de gemeente Tilburg en de gemeenten, welke behoren tot de DITOSA- kring Breda, indien en voor zover met elk van deze ge meenten afzonderlijk overeenstemming kan worden bereikt over een samenwerkingsovereenkomst welke voldoet aan de uitgangspunten welke ter zake zijn opgenomen en de "Beleidsnotitie inzake Gemeentelijke Kredietbank Breda" f. de aflossingscapaciteit van een geldnemer zal worden gerelateerd aan het bijstandsbesluit landelijke norme ring;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 648