bij bijl. nr. 12 II
o.m. door het toezien op de naleving van
wettelijke regelingen ten aanzien van
het wonen en het milieu;
1. het in samenwerking met andere gemeente
lijke huishoudingen adviseren met betrek
king tot cultuur-historische objecten, in
zonderheid de monumenten;
m. het geven van en/of het medewerken aan
het geven van voorlichting aan de burgerij
inzake de hiervoor onder a. t/m k. om
schreven taken met inachtneming van door
burgemeester en wethouders gestelde ofte
stellen regelen;
n. het beheer van de bij de huishouding inge
brachte onroerende goederen en de aanschaf
fing en het beheer van roerende goederen"
die voor een doelmatige bedrijfsvoering
noodzakelijk zijn, een en ander voor zover
aan de huishouding opgedragen;
o. het onderhouden en bevorderen van alle
contacten nodig voor het bereiken van het
doel van de huishouding en voor het goed
vervullen van de aan de huishouding opge
dragen taken;
p. overleg en samenwerking met andere huis
houdingen van de gemeente om deze in staat
te stellen de hun opgedragen taken - voor
zover bij de voorbereiding en de uitvoering
daarvan een beroep wordt gedaan op c.q. een
inbreng wordt verlangd van de huishouding -
zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren;
q. overige werkzaamheden, die naar hun aard tot
de taak van de huishouding behoren en werk
zaamheden waarvoor door burgemeester en
wethouders - de directeur gehoord - opdracht
is verstrekt.
Leiding en ver- Artikel 4.
antwoording 1 Aan het hoofd van de huishouding staat
een directeur, hij wordt door de raad
benoemd op aanbeveling van zo mogelijk
ten minste twee personen door burgemees
ter en wethouders in te dienen;
2. De directeur staat onder het gezag van
burgemeester en wethouders; hij is aan
hen verantwoording verschuldigd over
de door hem gevoerde leiding van de on
der hem geplaatste huishouding en over
de uitvoering van de aan de huishouding
opgedragen werkzaamheden; hij oefent
zijn taak uit met in achtneming van door
burgemeester en wethouders gestelde of
te stellen regelen;