Wij zien derhalve de zwembaden niet als elkaar beconcurrerende
voorzieningen, een uitgangspunt dat ons inziens niet haaks
staat op de eis van doelmatige bedrijfsvoering en goed mana
gement per zwembad.
In de discussienota van 25 april 1984 worden als belangrijkste
argumenten voor een centrale beheersvorm genoemd (blz. 5):
a. bij een centrale beheersvorm kan een optimale personeels-
inzet eenvoudiger en goedkoper gerealiseerd worden.
De personeelsbehoefte varieert sterk in de zwembaden af
hankelijk van het tijdstip van de dag gebruiksgroep
en periode van het jaar.
b. de activiteiten op het gebied van promoting en publiciteit
kunnen bij een centrale beheersvorm veel beter gecoördi
neerd worden en zal beslist ook kostenbesparend werken.
c. de beheers- en bestuurskracht die op dit moment in de
zwembadensector zit is te omvangrijk, is versnipperd en
veroorzaakt dubbel werk.
d. het management, nu berustend bij 5 bedrijfsleiders, een
directeur en een hoofd exploitatie, kan bij centralisatie
optimaler, waarbij gedacht wordt aan een bedrijfsleider
per bad of combinaties van baden en directeur (of hoofd
zwembaden) als manager die gezamenlijk het managementteam
vormen waarbij de manager belangrijke uitvoerende be
voegdheden kent.
3Financiële_en_personele_as£ekten_bij_centraal_beheer
3-3.1._De_financiële_asgekten
In paragraaf 1 is aangegeven dat de directe aanleiding tot
het bekijken van de beheersvorm zwembaden vanuit de "Her
overweging gemeentelijke uitgaven" voortkomt. De realisering
van centraal beheer zwembaden moet een besparing van
280.000,op kunnen leveren.
In de nota van april 1984 wordt een voorstel uitgewerkt
(blz. 11) wat leidde tot een mogelijke bezuiniging van
400.000,(prijsbasis 1983, waarvan 286.000,bespa
ring in de personeelslasten en 95.000,in de begelei-
dings- en ondersteuningskosten)
bijl. nr. 122