bijl. nr. 122
Ad a.
De waarborging van een overheersende gemeentelijke beïnvloe
ding zal in een niet-gemeentelijke beheersvorm altijd minder
optimaal zijn dan in een gemeentelijke beheersvorm. De directe
invloed staat tegenover de indirecte gemeentelijke beïnvloe
ding via subsidievoorwaarden en overeenkomsten.
De mate van gemeentelijke beïnvloeding is dan recht evenredig
met het aantal subsidievoorwaarden.
Ad b.
We hebben hier niet te maken met een keuze gemeentelijk of
niet-gemeentelijk die samenvalt met de keuze overheidssector -
vrije marktsector, waar t.a.v. laatstgenoemde sector uiter
aard geen sprake is van overheidssteun en waar doelmatigheid
een levensvoorwaarde is.
Bij de niet-gemeentelijke vorm in deze problematiek is sprake
van (uitgaande van de huidige situatie) subsidiëring in de
exploitatietekorten.
Deze "gesubsidieerde zekerheid" doet het bedrljfsklimaat
gemeentelijk of niet-gemeentelijk niet zo veel van elkaar
verschillen.
Voor een doelmatig management is slagvaardig handelen nood
zakelijk.
Hier zou een niet-gemeentelijke constructie een voorsprong
kunnen hebben ware het niet dat de subsidierelatie en de
daaraan verbonden voorwaarden dit voordeel weer grotendeels
teniet kunnen doen.
In de huidige situatie waarbij bepaalde besluiten van de
Raden van Beheer goedkeuring behoeven van de gemeenteraad
zijn de beslissingslijnen nog langer dan bij vergelijkbare
besluiten bij gemeentelijk beheer.
Het is wel belangrijk welke beheersvorm ook gekozen wordt
zoveel mogelijk de beslissingsbevoegdheid via delegatie-
en mandaatconstructies naar het laagst mogelijke niveau te
brengen om de nodige bewegingsruimte te scheppen voor de
bedrlj fsonderdelen.