4. Indien het Bociaal-culturele activiteiten betreft welke behoren tot de sector, ge noemd in artikel 2, sub d., bevat het ver zoek om eubBidie: a. een zo nauwkeurig mogelijke beschrijving van de sociaal-culturele activiteit(en) waarin opgenomen een aanduiding van de doelgroepTen) welke men tracht te berei ken en het te verwachten aantal deelne mers; b. een begroting van de met de organisatie van de sociaal-culturele activiteit(en) samenhangende inkomsten en uitgaven. ondertekening 5. Indien de instelling geen rechtspersoon is, dient het verzoek om subsidie ondertekend te zijn door tenminste twee met name ge noemde personen. Artikel 6 verzoek om sub sidie, ontbrekende gegevens aanvullende of nadere gegevens niet-ontvankeli jk verklaring 1Indien een verzoek om subsidie niet alle krachtens deze verordening gevraagde gege vens bevat, nodigen burgemeester en wethou ders de instelling uit om de ontbrekende gegevens alsnog binnen een door hen te stellen termijn te verstrekken. 2. De instelling verstrekt binnen een door burgemeester en wethouders te stellen ter mijn aanvullende of nadere gegevens, in dien burgemeester en wethouders deze gege vens nodig achten voor een juiste beoorde ling van het verzoek om subsidie. 3. Indien de instelling niet of niet volledig voldoet een uitnodiging of verzoek van burgemeester en wethouders, als bedoeld in respectievelijk het eerste en het tweede lid, wordt zij in haar verzoek om subsidie niet-ontvankelijk verklaard. beslissings termijn Artikel 7 Op een verzoek om subsidie, dat is inge diend: a. vóór 1 september voorafgaand aan het be treffende werkjaar, bf b. met toepassing van artikel 5* tweede lid, vóór de dag waarop de raad besluit tot vaststelling van het totaalbudget en de sectorbudgetten, een en ander als bedoeld in artikel 2, beslissen burgemeester en wethouders zo mo gelijk voor de aanvang van het betreffende werkjaar, doch in ieder geval binnen één maand na het onder sub b. bedoelde raadsbe sluit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 762