2. In alle andere dan de in het eerste lid genoemde gevallen beslissen burgemeester en wethouders op een verzoek om subsidie binnen twee maanden na de ontvangst daar van. tenaamstelling J>. Indien de betreffende instelling geen beslissing rechtspersoon is, wordt de beslissing op het verzoek om subsidie ten name gesteld van de personen, die het verzoek om subsi die hebben ondertekend. Artikel 8 definitieve/ voorlopige sub- Bidievaststelling In een beslissing, waarbij de gevraagde subsi die geheel of gedeeltelijk wordt verleend, wordt het subsidiebedrag: a. bfwel definitief vastgesteld; b. bfwel voorlopig vastgesteld op een maximum bedrag; een en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders. ter beschikking stellen subsidie voorschotten hoogte en fasering voorschotten Artikel 9 1Het definitief vastgestelde subsidiebedrag, als bedoeld in artikel 8, sub a., wordt in een keer aan de instelling ter beschikking gesteld. 2. Het voorlopig vastgestelde subsidiebedrag kan door burgemeester en wethouders in de vorm van een of meer voorschotten plbti de instelling ter beschikking worden gesteld. 3. Burgemeester en wethouders bepalen de hoog te en de fasering van de in het tweede lid bedoelde voorschotten, afhankelijk van het door hen goedgekeurde werkplan, respectie velijk de aard en de duur van de sociaal- culturele activiteiten, voor de uitvoering waarvan besloten is subsidie te verstrek ken. verslaglegging Artikel 10 1In geval het subsidiebedrag voorlopig is vastgesteld, als bedoeld in artikel 8, sub b., verstrekt de instelling aan burge meester en wethouders vóór 1 april, volgend op het betreffende werkjaar, een beknopt inhoudelijk verslag over de verrichte sociaal-culturele activiteiten en een ge specificeerd financieel verslag. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kunnen burgemeester en wethouders bepa len dat de bedoelde verslaglegging wordt overgelegd vóór een door hen in het subsidie besluit nader aan te geven datum. - 4 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 763