7 Idx^ lo^(. v^r. R E A K T I E BUUR TPLANNEN VOORSTEL STEDELIJK PLAN - 2 - y"i» A. INLEIDING In het Weder van de nota Plussen en Minnen heeft de gemeenteraad op 20 december 1984 een aantal besluiten genomen. Eén ervan was dat er binnen de normen van Plussen en Minnen met behulp van buurtplannen de nieuwe inzet van beroepskrachten gemaakt moest worden. Aan de hand van de buurtplannen zou dan een plan gemaakt moeten worden van kategoriale en stedelijke inzet. Dat plan moet verwerkt worden in het subsidieprogramma voor 1997. Het is nu zover dat de gemeente moet reageren op de ingediende buurtplannen en een voorstel moet doen voor de stedelijke en kategoriale inzet. In deze notitie geven we eerst aan welke buurtplannen ontvangen zijn en hoe ze eruit zien. Dan geven we aan welke kriteria we gebruikt hebben en tenslotte doen we een voorstel hoe de buurtinzet eruit zou kunnen zien. Ir» het kort is weergegeven voor welke knelpunten geprobeerd is een oplossing te bieden. Teoslotte geven we een voorstel voor de buurtinzet, voor de kategoriale inzet en voor de stedelijke inzet. We hebben hiervan een financiële vertaling gemaakt, zodat bekend is wat het allemaal kost en wat er overblijft voor "overhead". Er is geen opsomming gegeven van het aantal uren per werksoort (opbouwwerk, buurthuiswerk en jeugd- en jongerenwerk) omdat we vinden dat die uitwerking over het algemeen in de buurtplannen niet goed uit de verf gekomen is. We willen samen met de drie instellingen die daarover overleg plegen met gebruikers en vrijwilligers een verdere uitwerking maken naar werksoort en persooi Dit heeft ook te maken met het 5ociaal Plan dat moet worden opgesteld. Het sociaal plan is nodig omdat werkgebieden en taakomschrijvingen van beroepskrachten kunnen veranderen, omdat er herschikkingen plaats kunnen vinden en voor het geval dat het vakaturebeleid onvoldoende resultaat oplevert, o gedwongen ontslag te voorkomen. Het sociaal plan zal ook met de samenwerkende instellingen worden opgesteld. In het voorstel voor de buurtinzet en voor de stedelijke/kagegoriale inzet is een kodering volgens de CAO-WelziJn gegeven. Dit betekent dat afhankelijk van de invulling van de formatieplaatsen, zoals geregeld in het sociaal plan, beroepskrachten in een hogere of in een lagere schaal terecht kunnen komen dan waarin zij nu zijn geplaatst. Voor de nu in dienst zijnde beroepskracht geldt bij lagere inschaling het verworven recht van de huidige inschaling, maar wanneer in de toekomst een vakature wordt opgevuld met nieuw geworven personeel zal de aangegeven inschaling gehanteerd worden. Verder zal in het sociaal plan rekening gehouden moeten worden met de arbeidsduurverkorting. - 3 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 792