- 4 - J 'i» Bij de inzet in de A- en B-buurten moet worden gestreefd naar hele aanstellingen, d.w.z. dat bij voorkeur niet één persoon een aantal uren in verschillende buurten werkt. Dit zou tot versnippering van de inzet leiden en vergroot het risiko dat een bepaalde buurt in feite minder uren krijgt dan aangegeven omdat de beroepskracht te veel door de andere buurten in beslag genomen wordt. 3. Beheer/schoonmaak in A- en B-buurten Er zijn een aantal modellen denkbaar voor 'de inzet van beheer en het regelen van de schoonmaak van de akkommodatie. In A-buurten zijn openingstijden sterk gebonden aan beheerdersuren. Vooral als op hetzelfde tijdstip meerdere ruimten voor aktivlteiten benut worden en tijdens ontmoetingsaktiviteiten en jongerenaktiviteiten, is er behoefte aan een beheerder die overzicht heeft wie waar in het gebouw is, over sleutels van voorraadkasten beschikt, toezicht kan houden op de bar etc. Bij de "rustige" aktiviteiten die vaak in de ochtenduren plaatsvinden, zoals bv. het peuterwerk, thema-ochtenden e.d. kan het beheerswerk nog door vrijwilligers en beroepskrachten erbij gedaan worden. In A-buurten is duidelijk behoefte aan een optimaal aantal uren beheer. Binnen de financiële randvoorwaarden zou dat pleiten voor de inzet van beheerders met een lagere inschaling. Een andere redenering is dat er een hoofdbeheerder kan worden aangesteld die de leiding heeft over het beheer, die de financiële zaken regelt en vrijwilligers voor beheerswerkzaamheden werft en begeleidt. Zo'n hoofdbeheerder moet hoger worden ingeschaald en binnen de financiële mogelijkheden betekent dat minder uren. Voor het stedelijk plan heeft de keuze voor het ene of andere model ook gevolgen. Wordt gekozen voor zoveel mogelijk uren met een lagere Inschaling, dan dient op stedelijk nivo in financiële begeleiding en ondersteuning voorzien te zijn. Ook voor schoonmaakwerkzaamheden zijn verschillende regelingen denkbaar. Binnen de toegestane uren voor beheer en schoonmaak zouden aparte uren schoonmaak vastgesteld kunnen worden. Een andere mogelijkheid is om schoonmaakwerkzaamheden en beheer door 1 persoon gekombineerd te laten uitvoeren. Een enkel buurthuis is erin geslaagd werknemers van de BSW toegewezen te krijgen. Sommige akkommodaties verwerken de kosten voor de schoonmaak (hetzij vast aangestelde krachten of via een achoonmaakbedrijf ingehuurd personeel) in de exploitatie. Ook kunnen vrijwilligers worden ingeschakeld. Om te voorkomen dat een intensief gebruikte akkommodatie vervalt, wat extra onderhoudskosten met zich mee brengt en ook een negatieve invloed heeft op de aktiviteiten, moet het schoonmaken goed geregeld zijn. In buurten waar de exploitatie moeizaam rond te krijgen is, kan het schoonmaakwerk niet in de exploitatie worden opgenomen omdat dat te veel risiko betekent zowel voor de financiën als voor het goed schoonhouden van het gebouw. Het binnen de exploitatie inbrengen van schoonmaakuren betekent dat "rijke" akkommodaties de beschikking hebben over meer uren beheer dan "arme", omdat bij die laatste de schoonmaakuren niet uit de exploitatie kunnen en dus drukken op de beschikbaar santal uren beheer/schortak. 3 - w Voor A- en B-buurten is het onderbrengen van schoonmaakkosten in de exploitatie ons inziens dus niet aan te bevelen. Het schoonmaakwerk uitsluitend aan vrijwilligers overlaten, biedt zeker op de lange termijn te weinig garanties voor een verantwoord onderhoud van een gebouw. vOJWuX. Het inschakelen van personeel van BSW wordt door het rijksbeleid en door het beleid van de BSW problematisch, maar blijkt soms toch mogelijk. 4. Basis-inzet voor C^buurten Voor begeleiding en ondersteuning van vrijwilligers in C-buurten dient op stedelijk nivo een konsulentfunktie te worden ingebouwd. Hierbij wordt niet alleen gedacht aan vormende en rekreatieve aktiviteiten, maar ook aan buurtaktiviteiten ten behoeve van de leefbaarheid van de buurt 01

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 794