-3-
"9
- over mogelijke wachtgeldaanspraken bij beëindiging van het dienst
verband heeft het college van burgemeester en wethouders d.d.
8 maart 1983 het navolgende standpunt Ingenomen:
1. Indien en voor zover er krachtens artikel 47 lid 1 van de
C.A.O.-welzijn wachtgeldverpllchtlngen zijn, dienen deze ver
plichtingen primair door de betrokken werkgevers te worden opge
bracht;
2. door deze verplichtingen mag de voorziening evenwel niet het ge
vaar lopen van faillissement;
3. bedoelde wachtgeldverpllchtlngen zijn derhalve ln principe subsi
diabel, Indien betrokken werkgever aantoonbaar geen of onvoldoende
middelen (vermogen) heeft om aan deze verplichting te voldoen.
Een en ander ter beoordeling van het college van burgemeester en
wethouders.
In het geval van reorganisatie van de sociaal-culturele Instellingen
zullen de wachtgeldverplichtingen ln principe subsidiabel gesteld worden.
De afweging met het vermogen kan achterwege blijven, daar de omvang
de grenzen van een reëel werkkapitaal niet overschrijdt.
- het overleg met werknemersorganisaties zal ln de gemeentelijke op
tiek door het op te richten samenwerkings^/fusie-orgaan dienen
plaats te vinden.
Artlkelgewljze opmerkingen m.b.t. concept Abva/Kabo
- ln principe akkoord indien werkingssfeer betrekking heeft op dienst
verbanden voor onbepaalde tijd.
- in artikel 13 dient "kostwinnersprincipe" geherformuleerd te worden
op nieuwe wettelijke voorschriften.
- artikel 14 slechts dan toepassen voor werknemers die vrijwillig ver
trekken, indien ontslag ln het vooruitzicht ls gesteld.
held van tuncties aienen voorat vascgeaceia it women.