bijl. nr. 131
len voor welk bedrag Uw raad de V.V.V. "Breda Vooruit" wenst
te subsidiëren. Hiermede komt de V.V.V. "Breda Vooruit" weer op
één lijn te staan met de andere door de gemeente gesubsidieerde
instellingen
Echter deze "vrijheid" vindt wel duidelijk zijn begrenzing in
de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, hetgeen onder
meer inhoudt dat het niveau waarop de V.V.V. "Breda Vooruit"
gedurende een reeks van jaren is gesubsidieerd, verplichtingen
schept, die met zich meebrengen, dat een mogelijke afbouw van
de subsidie met inachtname van een tijdige aankondiging en na
goed overleg en langs de weg der geleidelijkheid zal dienen te
geschieden. Met betrekking tot de inachtname van een tijdige
aankondiging dient te worden vermeld dat de voorzitter en direc
teur van de V.V.V. "Breda Vooruit" reeds in een vroegtijdig sta
dium, te weten op 19 augustus 1981, in een gesprek met de toen
malige portefeuillehouder economische zaken en cultuur en in
daarna volgende overlegsituaties en briefwisselingen op de
hoogte zijn gebracht en gehouden van mogelijke bezuinigingen in
het kader van de hug-operatie
Uit het op 21 april 1983 door Uw raad genomen - en inmiddels
weer ingetrokken - besluit, de V.V.V. "Breda Vooruit" voor het
jaar 1983 slechts een subsidie toe te kennen van f 393.159,--,
hetgeen zonder hug-maatregelen en conform de subsidierege
ling van 22 augustus 1974 f 507.009,-- zou hebben bedragen, een
korting derhalve van 22,5blijkt tot welk een verregaande be
zuiniging de gemeente werd en nog steeds wordt genoodzaakt.
Overigens dient in dit verband te worden opgemerkt dat ook de
bij besluit van Uw raad van 12 december 1985 (onder sub II.)
wederom uitgevoerde subsidieregeling van 22 augustus 1974, voor
de jaren 1984 en 1985 een dalende subsidietoezegging te zien
geeft van respectievelijk f 487.632,-- en f 460.995,--, als
gevolg van een negatieve ontwikkeling in de salarismaatregelen
overheidspersoneel
Als gevolg van de noodzakelijke bezuinigingen werden en worden
wij genoodzaakt de zwaartepunten van die bezuinigingen te leg
gen op die plaatsen waar dat het meest verantwoord, casu quo
het minst onverantwoord, wordt geacht. Daarbij was het nodig de
belangen af te wegen van zowel betrokken instellingen als van
de Bredase gemeenschap, in wiens naam en belang het gemeente
bestuur tot taak heeft de prioriteiten te bepalen en terzake
beslissingen te nemen. Deze afwegingen hebben geleid tot ons
voorstel aan en tot het besluit van Uw raad op 21 april 1983*,
waarbij juist de V.V.V. in zo'n sterke mate, afwijkend van de
voorgaande jaren en van de regeling van 22 augustus 1974, werd
en nog steeds wordt gewaardeerd. Deze herwaardering houdt ech
ter onder meer in dat de gemeente zich om een aantal redenen
nog steeds betrokken voelt bij de instandhouding en het func
tioneren van de V.V.V., evenwel niet dat daarvoor opnieuw een
subsidierelatie wordt aangegaan voor meerdere jaren.