aan de raad der gemeente Breda BJZ/8605600 1-5-1986 ^nnrz Bijlage nr. 141 II.i Voorstel van burgemeester en wet houders tot aanwijzing van leden en plaatsvervangende leden van de gewestraad van het Stadsge- west Breda. De regeling Stadsgewest Breda heeft inmiddels de veertiende wij ziging ondergaan. Vóór deze wijziging bestond de gewestraad onder meer uit acht leden, aan te wijzen door en uit de raad van elke deelnemende gemeente met een inwonertal van 100.000 of meer Op grond hiervan is de huidige vertegenwoordiging vanuit de raad in de gewestraad als volgt geregeld: leden J. Goos mw. J. Wouters-Kootstra C. Berkhout J. Taks mw. L. van Beusekom-Nix mw. E. Rattink mw. A. Neeb-Wiegersma J. de Hoogh plv. leden: H. Schuring C. van Duijl A. Grosfeld W. van Tol mw. J. van Bergen-Nijeholt mw. IJ. den Ouden-Jansen mw. E. Dijkzeul-Ples mw. C. Pellis Het lidmaatschap eindigt op de dag waarop de zittingsperiode van de gemeenteraad afloopt. De gemeenteraad beslist in zijn eerste vergadering van elke zittingsperiode over de aanwijzing van nieuwe leden van de gewestraad. Voor de thans aan te wijzen leden p Idt de rege ling Stadsgewest Breda zoals die luidt na de v tiende wijziging. Op grond hiervan wijst de gemeenter,. de raads voorzitter daaronder begrepen, nog wel acht leden uit zijn midden aan, evenwel met dien verstande, dat twee leden worden aangewezen op voordracht van en uit het college van burgemees ter en wethouders. Voor elk lid dient een plaatsvervangend lid te worden aangewezen. Vanuit ons college dragen wij de volgende personen voor: 1. F.L.M. Römkens plv.: R.W. Welschen 2. H.J.F. van Raak plv.: J.H.J. Hofsté Bovendien stellen wij U voor om de voorzitter van Uw raad tot gewestraadslid aan te wijzen en als diens plaatsvervanger de heer R.G.P. Sandberg.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 896