bijl. nr. 21
Voor wat betreft deze laatste groepen is de zwaarte van de ge
volgen sterk afhankelijk van de exploitatiefase waarin de com
plexen, waarvoor wordt afgelost en hergefinancierd zich bevin
den
Daarbij is van belang of bijdrage- en renteherziening na de
eerste tien exploitatiejaren heeft plaatsgehad.
Is dat zo dan wijzigt de calculatie van de inkomsten van het
complex niet meer gedurende de verdere exploitatietijdmet
andere woorden rijksbijdrage en huren blijven behoudens de wet
telijke huurverhogingen en normkosten-aanpassingen (bijvoor
beeld onderhouds- en administratie- en beheerskosten) op het
zelfde niveau. De over de rijksleningen te betalen rentevoet
wijzigt echter iedere tien jaar tot de lening in haar geheel is
afgelost
Een exploitatiebate gaat naar de Algemene Bedrijfsreserve en
een exploitatienadeel (hogere te betalen dan te calculeren
rente) komt ten laste van de exploitatie.
Hieruit mag duidelijk worden geconcludeerd dat ook bij niet ver
vroegd aflossen de tienjaarlijkse renteherziening afhankelijk
van de markt tot risico's voor de betreffende corporaties en
woningbedrijf kan lijden. Immers wordt in enige tijd de te
betalen rente hoger dan de calculatierente dan wordt daarmee de
Algemene Bedrijfsreserve afgeroomd.
Naar onze mening kan worden gesteld dat het risico bij conver
sie van hoogrentende leningen voor de complexen, waarvoor de
rijksbijdrage reeds voor de enige keer is herzien zeker niet
groter is dan bij handhaven van de rijksleningen. Sterker nog
in heel veel gevallen is die bijdrageherziening - en dus ook de
aanpassing van de calculatierente - gebaseerd op de hoge rente
percentages van het begin van de jaren tachtig. Nu voor een
langere periode herfinancieren tegen het huidige marktpercen-
tage vermindert slechts een eventueel financieringsrisico op
termijn en levert zelfs direct rentevoordeel op.
In meergenoemde circulaire maakt de staatssecretaris zijn
beleid in hoofdlijnen kenbaar:
- na aflossing van een rijkslening zal voor zulk een complex in
de toekomst geen vervangende rijkslening meer worden ver
strekt
- bij herfinanciering via een kapitaalmarktlening zal het rijk
niet deelnemen in het verlies dat eventeel voortvloeit uit
een gemeentegarantie ter zake;
- vanuit het toezicht op de toegelaten instellingen wordt niet
ingestemd met de vervroegde aflossing van klimleningen en
gelet op de daarmee gepaard gaande risico's;
- indien door de gemeente tot vervroegde aflossing wordt over
gegaan zal die, ter voorkoming van grote administratieve pro
blemen, op valutadatum (voor de annuïteitenleningen van de
gemeente Breda 11 februari) moeten gebeuren;
- bij rijksleningen die na 1 oktober 1985 worden verstrekt is
vervroegde aflossing gedurende de eerste 10 jaar uitgesloten
en geldt vervolgens een boetebeding;
- 2 -