bijl. nr. 142
2
Mondelinge overeenkomsten tussen de erven onderling en huurovereenkomsten
tussen de verhuurder en huurder van een woning zijn zaken op privaat
rechtelijk gebied, waarin de gemeente niet bevoegd is zich te mengen.
Volgens de Woningwet wordt de eigenaar van de woning aangeschreven voor
het onderhoud en het treffen van voorzieningen en is, ondanks huurovereen
komsten, aansprakelijk.
Het treffen van de in de aanschrijving geëiste voorzieningen wordt door de
heer Beljaars overigens niet betwist.
Het bekostigen van de door de erven Beljaars te treffen voorzieningen
kunnen zij zelf, indien gewenst, met de huurder van de woning Merelstraat
29 regelen.
Aangezien de erven Beljaars reeds meerdere malen gewezen zijn op de gebreken
aan de woning en verzocht zijn voorzieningen te treffen ter opheffing van
die gebreken zonder daaraan gehoor te geven, heeft ons college terecht
gebruik gemaakt van de bevoegdheid, neergelegd in artikel 25 van de Woningwet
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 390, derde lid van de bouwverordening
is de heer Beljaars in de vergadering van de commissie wonen in de gelegen
heid gesteld te worden gehoord. Hij heeft van deze gelegenheid geen gebruik
gemaakt
Wij stellen u voor overeenkomstig bijgevoegd concept te besluiten tot
ongegrondverklaring van het beroep tegen de aanschrijving.
Het resultaat van de beraadslaging in de commissie wonen d.d. 22-4-1986
ligt voor u ter visie.
Burgemeester en wethouders van Breda,
F.M. Feij
burgemeester
H.S. van Asperen
secretaris
ligt ter visie in de leeskamer