aan de raad der gemeente Breda OW/8604431 2-4-1986 Bijlage nr. 146 Voorstel van burgemeester en wethouders tot het ongegrond verklaren van het beroep van P.C.H. Knuit tegen de weigering van een bouwvergunning op perceel Burgemeester Middelaerlaan 5 Bij ons besluit van 18 december 1985* is aan P.C.H. Knuit, Burgemeester Middelaerlaan 5, 4835 EK Breda, een vergunning geweigerd voor het plaatsen van een directiekeet achter de woning op perceel Burgemeester Middelaerlaan 5. Op 20 januari 1986 is de heer Knuit van dit besluit in kennis gesteld. 'I Tegen het besluit van 18 december 1985 heeft de heer Knuit bij brief van 4 januari 1986*, ingekomen 9 januari 1986, binnen de in artikel 51, eerste lid van de Woningwet gestelde termijn bij uw raad voorziening gevraagd, zodat hij in zijn beroep ontvankelijk dient te worden verklaard. De weigering is gebaseerd op strijd met het bestemmingsplan "Ginneken 1954". In het beroepschrift wordt het volgende naar voren gebracht: er is geen plaats voor het opbergen van spullen; een ander mag van alles en nog wat bouwen, zelfs het erf vol bouwen; - het weigeren van de vergunning wordt als onrechtvaardig ervaren ten opzichte van de buren, die er steeds meer bij bouwen; - verzocht wordt alsnog de vergunning te verlenen. Het perceel Burgemeester Middelaerlaan 5 ligt in het bestemmingsplan "Ginneken 1954" en heeft daarin de bestemming "achtertuinen". Op gronden met deze bestemming is geen bebouwing toegestaan, behoudens kleine uitbouwen van de hoekwoningen, een vrijstaande berging van 8 m2 één hok voor pluimvee conform een door ons college goedgekeurd model en één duivenhok, eveneens conform een door ons college goedgekeurd model. Een directiekeet met afmetingen van 8x5 meter is niet toegestaan. Voor het opbergen van spullen kan een berging dienst doen. Met betrekking tot de stelling, dat anderen van alles en nog wat mogen bouwen merken wij het volgende op. Alle verzoeken om bouwvergunning worden getoetst aan de ter plaatse geldende bestemmingsplannen en de gemeentelijke bouwverordening en krijgen een gelijke behandeling. Aan de een wordt niets meer toegestaan dan aan de ander. De bouwmogelijkheden zijn echter wel afhankelijk van de verschillende bestemmingsplannnendie voor de diverse gebieden van de gemeente gelden. Op grond van het vorenstaande zijn wij van mening, dat de gevraagde vergun ning terecht is geweigerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 933