aan de raad der gemeente Breda Bij lage nr156 OW/8601566 5-2-1986 MOTIE 8-11-1984 Voorstel van burgemeester en wethouders de waarborgsom voor panden van het gemeen telijk woningbedrijf van 100,-- te handhaven en daarop geen rente te vergoeden. In de raadsvergadering van 8 november 1984 is de raad accoord gegaan met een verlaging van de waarborgsom tot 100,--. In dezèlfde raadsvergadering is een motie aangenomen die het college opdraagt: "Voor de behandeling van de begroting 1986 te komen met voorstellen, die erop gericht zijn om de hoogte van de waarborgsommen voor zowel nieuwe als bestaande huurovereenkomsten van het gemeentelijk woningbedrijf terug te brengen tot f 0,--." De functie van de waarborgsom De huurder moet bij het einde van de huur de woning teruggeven in dezelfde (goede) staat van huurdersonderhoud als waarin de woning verkeerde bij het begin van de huur. Voorts is hij aansprakelijk voor alle schade die tijdens de huurtijd aan de woning is ontstaan (tenzij hij kan aantonen dat hij daaraan geen schuld heeft). Voldoet de huurder ook na somrnatie/ingebrekestelling niet aan de hier bedoelde verplichtingen, dan kan de verhuurder de schade die hij daardoor lijdt verhalen op de huurder. 'De verhuurder kan bedingen dat de huurder voor of bij het aangaan van de huur overeenkomst een geldsom bij de verhuurder deponeert, die pas bij of na het einde van de overeenkomst weeropeisbaar is: de waarborgsom. Formeel vormt de waarborgsom een zekerheidsstelling dat de huurder bovenbedoelde verplichtingen nakomt. De feitelijke functie van de waarborgsom is dat de ver huurder kleine schadeposten op een eenvoudige snelle en goedkope manier op de inmiddels vertrokken huurder kan verhalen. Een veel gehoord argument is, dat van de waarborgsom een preventieve werking uitgaat: huurders onderhouden hun woning beter en leveren haar in een betere staat op om de waarborgsom terug te krijgen. De wet Bij huurovereenkomsten, ook die betreffende woonruimte, is het vragen van een waarborgsom van oudsher gebruikelijk. In principe staat het de huurder en verhuur der op grond van het algemeen verbintenissen- en overeenkomstenrecht vrij een waarborgsom overeen te komen, al dan niet met een rentevergoedingsregeling. Ook het Burgelijk Wetboek (B.W.) huurrecht geeft hiervoor geen regels. Wel kan het vragen van een (ongebruikelijk) hoge waarborgsom worden voorkomen door artikel 6, eerste lid van de Huurprijzenwet woonruimte (Hpw):

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 977