"elk verband met het tot stand komen van huur en verhuur van woonruimte gemaakt beding, niet de huurprijs betreffende, waarbij ten behoeve van een der partijen enig niet-redelijk voordeel wordt overeengekomen, is nietig". Ook het niet vergoeden van rente over de waarborgsom kan zo'n niet-redelijk voordeel zijn. Voor zover ons bekend heeft nog geen enkelekantonrechter - laat staan een hogere rechter - de (hoogte van de) waarborgsom respectievelijk het (niet) vergoeden van rente daarover getoetst aan artikel 6, lid 1 Hpw. Wel zijn hierover enkele uit spraken gepubliceerd, zonder dat daaruit overigens enige conclusie kan worden ge trokken. Verschillende huurcommissies menen dat het vragen van een waarborgsom, zonder dat daarover een normaal gebruikelijke rente wordt vergoed, voor de verhuurder e^n niet-redel ijk voordeel oplevert. De huurcommi ssie Amsterdam echter zegt (28 april 1983) dat het niet vergoeden van rente over een waarborgsom van 2x de maandhuur niet noodzak ij Artikel 6, lid 1 Hpw slaat uitsluitend op bedingen "niet de huurprijs betreffend". Het niet vergoeden van rente over de waarborgsom kan echter ook als onderdeel van de huurprijs worden gezien. Dit deed de kantonrechter in Roermond in zijn uitspraak van 26 februari 1982. Volgens hem betreft een beding op grond waarvan de huurder een waarborgsom moet voldoen, de huurprijs en wordt de huurprijs dan ook mede bepaald door het wettelijk rentepercentage over de betaalde waarborgsom. Zijn uitspraak luidde dat in de huurprijs de wettelijke rente (toen 12%) over de door de huurder betaalde waarborgsom was begrepen en dat die rente jaarlijks moest worden verrekend. Deze uitspraak is zeer omstreden: - de waarborgsom niets met de huurprijs uitstaande heeft (zie hetgeen is gesteld onder "Functie waarborgsom") - als de huurprijs al mede bepaald zou worden door de rente over de waarborgsom, tot jaarlijkse verrekening van die rente alleen kan worden verplicht voor zover de maximaal redelijke huurprijs daarmee wordt overschreden - de wettelijke (of: vertragingsrente de gefixeerde schadevergoeding vormt die uitsluitend kan worden opgelegd aan degene die nalatig is in de voldoening van een geldsom en daarvan is in casu in het geheel geen sprake. Ons zijn geen uitspraken van andere kanton)rechters bekend die het niet vergoeden van een redelijk rente over de waarborgsom als "verkapte" huur zien. Ten aanzien van de overwegingen 3 en 4 van de motie zijn zij van mening, dat de hoogte van de waarborgsom 100, zodanig is, dat het afschaffen geen belang rijke bijdrage zou kunnen leveren aan het verlagen van de woonlasten of aan de bestrijding van de leegstand. Landelijke situatie Uit een korte mondelinge enquête onder 168 leden van cfe NWR blijkt dat ruimt 70% bijl. nr. 156

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 979