bijl. nr. 161
- 2 -
Overleg
Uit de onderwerpen van het bestaande knelpuntenoverleg tussen de wethouder
wonen en de vertegenwoordigers van de Bredase corporaties (stuurgroep
knelpunten woningbouw) bleek, dat steeds meer een inhoudelijk overleg over
(aspecten van) de volkshuisvesting plaatsvond. Aan de besprekingen over de
samenwerking in het kader van de stadsvernieuwing is daarom gekoppeld het
formaliseren van dit inhoudelijk overleg.
Voorts waren van belang de volgende ontwikkelingen op landelijk en lokaal
gebied.
Ten eerste zal met ingang van 1 januari 1988 voor Breda het normkosten
systeem gaan werken. Dit systeem legt de verantwoordelijkheid voor de
budgettering en kwaliteit van woningbouwplannen onder bepaalde voorwaarden
direct bij de gemeente met uitschakeling van de provinciale directie volks
huisvesting. Ten aanzien van een aantal lokaal te hanteren en nog te defi
niëren uitgangspunten binnen dit systeem staan wij een overleg voor met de
corporaties
Zij zullen uiteindelijk binnen de normen van dit systeem moeten werken,
waarbij van bovenaf opgelegde uitgangspunten wellicht averechts zouden
kunnen werken.
Sinds 13 februari 1986 is er een nieuwe vorm van overleg tussen de Bredase
woningbouwverenigingen. De naam van dat overleg blijft ongewijzigd: het
P.K.O. (Permanent Kontakt Orgaan van de Bredase woningbouwverenigingen).
In dit overlegorgaan zal, volgens een toezegging van de corporaties, plaats
ingeruimd worden voor het verzelfstandigde gemeentelijk woningbedrijf.
Het P.K.O. is een coördinatie en standpunten-overleg voor die aspecten van
de volkshuisvesting die "des corporaties" zijn.
Ten derde heeft, als gevolg van de verzelfstandiging van het gemeentelijk
woningbedrijf en per 1 januari 1987 de volledige ontkoppeling van het
gemeentelijk apparaat daarvan in de vorm van een zelfstandige vereniging, de
gemeente niet langer de beschikking over een eigen aanbod in huurwoningen.
Dit maakt het te meer van belang met beheerders van sociale woningen een
inhoudelijke overlegvorm te hebben en te houden. Dit waarborgt voor de
gemeente een invloed in het beheer van sociale woningen die naast andere
instrumenten, die ons daarvoor ter beschikking staan, zeker niet verloren
mag gaan.
Tenslotte is ons streven er op gericht om de huidige gescheiden benadering
van de volkshuisvesting binnen iedere beleidssector te vervangen door één,
waarbij alle belanghebbende instanties en onderdelen van het gemeentelijk
apparaat, een visie geven over alle aspecten èn samenwerken.
Door genoemde ontwikkelingen en dit streven, is in de ontwerp-overeenkomst
onder hoofdstuk II de instelling van de beleidsgroep volkshuisvesting en
stadsvernieuwing aangegeven. Hiermee wordt een beleidskader geschapen voor
de aanbodzijde van de volkshuisvesting.
De bedoeling van het overleg in de beleidsgroep is het in algemene zin
bespreken van onderwerpen die de deelnemers gezamenlijk aangaan. Hierbij
moet ook aan toekomstige ontwikkelingen worden gedacht.
Over die onderwerpen waar reeds in andere groepen op lokaal niveau discussie
plaatsvindt, blijft deze in de beleidsgroep achterwege. Bij dit laatste kan
gedacht worden aan de discussie in groepen die projecten voorbereiden.
De beleidsgroep zal wel knelpuntenkader voor dit soort groepen zijn.
Deze intentie is verwoord in artikel 5 van de ontwerp-overeenkomst.