Bij bijlage nr. 634 1. voor degene, bedoeld in artikel 4lid 2, onder h., het bedrag van het laatstelijk voor het ontslag aan de dienstbetrekking verbonden wedde, bedoeld in de ontwerp- wachtgeldregeling, vastgesteld in het centraal overleg, bedoeld in artikel 1, lid 1, onder n.jaarlijks gewij zigd overeenkomstig in de loop van het jaar aangebrachte wijzigingen in de bezoldiging van de deelnemers, welke een algemeen karakter dragen; m. voor degene, op wie meer dan een van de voorgaande be palingen uit dit tweede lid gelijktijdig van toepassing is, alsmede voor degene, voor wie uit het onder a. t/m 1. bepaalde geen heffingsgrondslag kan worden afgeleid, een door het bestuur zoveel mogelijk met inachtneming van het hiervoor bepaalde, vast te stellen bedrag; n. waar in de bepalingen onder d. t/m j. wordt gesproken f fe van ambtelijk inkomen, als bedoeld in artikel C 1 van de Algemene Burgerlijke Pensioenwet, wordt daaronder ver staan het naar een volledige betrekking herleide ambte lijk inkomen (inclusief vakantietoeslag) in de laatste volle maand, voorafgaande aan de datum van ingang van het wachtgeld, de uitkering, het pensioen, de uittreding of de opheffing, vervolgens aangepast met de wijzigingen in de bezoldiging van het rijkspersoneel, welke een alge meen karakter dragen. 2. Het vierde lid komt te luiden: "4. voor de berekening van de bijdrage, bedoeld in het eerste lid, blijft buiten beschouwing hetgeen de in het desbetref fende kalenderjaar te ontvangen bezoldiging meer bedraagt dan de maximum wedde (inclusief vakantietoeslag) genoemd in schaal 9 var. bijlage B van het B.B.R.A. 1984 bij een volledige betrekking." i 3. Het derde en zevende lid vervallen. 4. Het vierde, vijfde, zesde en achtste lid worden vernummerd tot derde, vierde, vijfde en zesde lid. 5. In de tot zesde lid vernummerde achtste lid van artikel 10 wordt voor "bedoeld in het zesde lid" gelezen "bedoeld in het vijfde lid." Artikel 5 Artikel 36, tweede lid, vervalt. - 5 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 1025