aan de raad der
gemeente Breda
Mil/8709820
Bijlage nr. 648
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot verplaatsing van het
bedrijf van de heer F.C. Ruskus,
Kolfbaanstraat 31 te Breda naar
de Wieringenstraat 56 te Breda.
1. Inleiding
Vanaf 1982 zijn pogingen ondernomen om de oude-metalenhandel
van de heer F.C. Ruskus aan de Kolfbaanstraat te verplaat
sen, omdat het bedrijf milieuhygiënisch gezien niet past in
de woonomgeving. Eind 1983 is voor de verplaatsing van boven
genoemd bedrijf tezamen met het aangrenzende gelijksoortige
bedrijf van de heer Fokkema een aanvraag ingediend voor een
bijdrage in het kader van de sanerinsregeling "milieuhinder-
lijke bedrijven in de woonomgeving". Nadat de gevraagde bij
drage was toegekend is met beide bedrijven onderhandeld, met
als doel beide bedrijven zo mogelijk gelijktijdig te ver
plaatsen. Na moeizaam onderhandelen is nu een akkoord be
reikt omtrent de verplaatsing van het bedrijf van de heer
Ruskus. De onderhandelingen met de heer Fokkema zijn voor
lopig vastgelopen. Op korte termijn zal nagegaan worden of
en zo ja, welke mogelijkheden nog resteren om het bedrijf
van de heer Fokkema alsnog te verplaatsen.
2Aankoop bedrijfspand en -terrein Kolfbaanstraat, verplaat
sing bedrijf naar Wieringenstraat 56
De heer Ruskus heeft eind juni 1987 laten weten, dat hij
onder bepaalde voorwaarden bereid was zijn bedrijf aan de
Kolfbaanstraat te verplaatsen naar de Wieringenstraat 56 te
Breda. Omtrent de overname van dit bedrijf heeft de heer
Ruskus overeenstemming bereikt.
De verkoper heeft echter als voorwaarde gesteld dat de
overname voor 1 september 1987 gerealiseerd dient te zijn.
Om deze overname te kunnen financieren is het voor de heer
Ruskus noodzakelijk om zijn huidige bedrijfspand- en terrein
voor die datum verkocht te hebben, liefst aan de gemeente.
Alvorens definitief te kunnen beslissen omtrent de aankoop
van het terrein van de heer Ruskus en de verplaatsing van
het bedrijf naar de Wieringenstraat 56 is het noodzakelijk
om een inschatting te kunnen maken omtrent de financiële
risico's die verbonden zijn aan eventuele bodemverontreini
ging op genoemde locaties. Gelet op de uiterste datum van 1
september 1987 is daarom besloten opdracht te geven tot een
indicatief bodemonderzoek op beide locaties. De resultaten
van dit onderzoek liggen voor Uw raad ter visie en zijn van
dien aard dat verwacht mag worden dat de noodzakelijke
bodemsanering tegen aanvaardbare kosten kan geschieden.