- 6 £ültLtiüL e!: QQ^êCtlQUid: CÜE.iir_ëtLË 1. Het groot-onderhoud aan de buitenzijde van het gehuurde zal geschieden door en voor rekening van de verhuurder. Het betreffend onderhoud zal plaatsvindenzodra, indien en voorzover dit naar het oordeel van burgemeester en wethouders redelijkerwijze noodzakelijk is geworden en na overleg met de huurder. Het overig onderhoud - daaronder mede begrepen het onderhoud van de speelplaats - zal door en voor rekening van de huurder geschieden met dien verstande, dat: - huurder verplicht is het gehuurde, met. inbegrip van het daartoe behorende sanitair, hetwelk hij in goede staat, heeft. aanvaard, met leidingen en lozingen, bij voortduring in goede staat van onderhoud te houden en de schoorstenen voor zijn rekening te laten vegen; - huurder voor zijn rekening alle glasruiten van het gehuurde, spiegel- o-f winkelruiten daaronder begrepen, die gedurende de huurtijd beschadigen o-f breken, zo spoedig mogelijk moet vervangen door geheel gelijksoortige nieuwe ruiten; - huurder alle maatregelen moet nemen ter voorkoming van schade aan het gehuurde of eigendommen van derden; in het. bijzonder zal hij bij vorst, alle maatregelen moeten nemen, waardoor het bevriezen van verwarmi ngsi nstal 1 at i es en/of warmwater i nstal 1 at. i es en van leidingen en lozingen voorkomen kan worden; - huurder aansprakelijk, is voor het. goed en vakkundig onderhoud en gebruik van alle .in of aan het gehuurde aanwezige voorzieningen en installaties. 2. Onder in artikel 161.9 van het Burgerlijk Wetboek genoemde reparaties die ten laste van de huurder komen, worden medebegrepen de reparaties aan hang- en sluitwerk, sanitair, electrische- en gasi nst al 1 at. i es zonweringen, separatiewandenplafondbekleding, alsmede aan ventilatie-, airconditioning- en centrale verwarmingsinstal1 aties (waaronder het vernieuwen van radiatorkranen 3. Indien verhuurder een onderzoek wil doen instellen naar de- wenselijkheid om reparaties te verrichten als bedoeld in artikel 1591 van het E<urgerlijk. Wetboek, of wel zodanige reparaties wil doen voorbereiden of uitvoeren, is huurder verplicht om verhuurder, of wie zich namens hem bij huurder zal vervoegen, ten spoedigste, doch uiterlijk binnen 24 uur na de door de verhuurder tot de huurder daartoe gedane aankondiging, toegang tot het gehuurde te verlenen en tot het voor genomen onderzoek, en/of de door verhuurder noodzakelijk geachte werkzaamheden in staat, te stellen, zonder daarvoor enige voorwaarden te kunnen stellen of enige contraprestatie te kunnen verlangen. Dit geldt ongeacht de duur van die werkzaamheden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 1057