aan de raad der
gemeente Breda
Wlz/8708881
Bijlage nr. 636
Voorstel van burgemeester en wet
houders inzake vaststelling van
de verordening op het leerling-
vervoer ter regeling van de wijze
van vervoer en de daarmee samen
hangende vergoeding van de ver
voerskosten voor leerlingen van
scholen voor basis- en (voortge
zet) speciaal onderwijs.
Inleiding
Met ingang van 1 augustus 1987 treedt de Wet gemeentelijke re
gelingen leerlingvervoer in werking*. Deze wet bepaalt, dat de
gemeenteraad een regeling dient vast te stellen omtrent het
leerlingenvervoer naar scholen voor basis- en (voortge
zet) speciaal onderwijs.
In vergelijking met de oude regeling van artikel 13 van de
Lager-onderwijswet van 1920 is de nieuwe regeling decentraal
van opzet, hetgeen inhoudt dat de aanspraken van ouders op de
vervoerskostenvergoeding op gemeentelijk niveau worden gere
geld. De wettelijke regeling heeft het karakter van een raam-
wetgeving, waarin enerzijds de rechten van leerlingen en ouders
worden vastgelegd en anderzijds de vrijheid van de gemeente
wordt gegarandeerd om de voorwaarden van de aanspraken naar
eigen inzicht te regelen.
De wet geeft de gemeenteraad de opdracht een regeling vast te
stellen waarbij geen onderscheid gemaakt mag worden tussen
openbaar en bijzonder onderwijs en waarbij de voorwaarden wor
den aangegeven, waarin de regeling in ieder geval moet voldoen,
te weten:
- eerbieding van de op godsdienst of levensbeschouwing berusten
de keuze van de school door de ouders van de leerlingen;
- een zodanige regeling van het vervoer vast te stellen, dat de
leerling op een voor hem/haar passende wijze de school kan be
reiken.
Verschil tussen de oude en de nieuwe regeling
Het meeste wezenlijke verschil tussen de oude en de nieuwe
regeling is:
Imperatief
- de verplichting in de regeling op te nemen dat aan ouders een
eigen bijdrage van 200,gevraagd wordt ingeval:
a. het belastbaar inkomen méér bedraagt dan 27.000,
b. het een kind betreft dat een school voor basisonderwijs,
dan wel een school voor M.L.K. of L.O.M. bezoekt.
