aan de raad der
gemeente Breda
Bijlage nr. 637
Wlz/8709248 Voorstel van burgemeester en wet
houders inzake subsidiëring van
de Stichting Sportservicebureau
Breda.
Op 20-10-1986 besloot Uw raad de subsidiëring van de Stichting
Sportservicebureau Breda vooralsnog voor de periode van 1 Jaar
voort te zetten (van 1-9-1986 tot 1-9-1987).
Op basis van het evaluatierapport, adviezen van betrokken in
stanties (o.a. de sportadviesraad en de bespreking in de
commissie cultuur, sport en recreatie d.d. 5-2-1986 werd toen
het functioneren van de Stichting in de experimentfase positief
beoordeeld. Omdat sindsdien geen aanleiding is ontstaan om ons
oordeel in deze aan te passen, zijn wij van mening dat bij de
nu voorliggende besluitvorming een hernieuwde inhoudelijke afwe
ging achterwege kan blijven.
Doorslaggevend bij het besluit tot tijdelijke voortzetting van
de subsidiëring waren de onzekerheden ten aanzien van de rijks-
en provinciale subsidies en de totale gemeentelijke financiële
positie. Inmiddels hebben zich hier de volgende ontwikkelingen
voorgedaan:
1. Rijkssubsidie
Sinds 1-1-1986 subsidieert het ministerie van W.V.C. voor on
bepaalde tijd in de loonkosten van 1 medewerker van de stich
ting voor 20 u/w. Deze subsidie kent een afbouwregeling (le
Jaar 90?, 2e Jaar 80%, 3e Jaar 70?, 4e en volgende Jaren 60?
structureel) en werd verleend onder de voorwaarde, dat de
stichting middels een statutenwijziging haar structuur zou
aanpassen aan het door W.V.C. vereiste "p.i.-model".
Overleg met alle betrokkenen leidt tot een statutenwijzi
ging, door ons op 15-4-1987 goedgekeurd. Bij brief d.d.
18-6-1987* ontving het stichtingsbestuur van het ministerie
van W.V.C. de mededeling, dat men met de gewijzigde statuten
akkoord is.
2De gemeentelijke financiële positie
Bij de voorbereiding van de Kadernota 1988 gaven wij de
dienst welzijn opdracht te rapporteren over de mogelijke ge
volgen van bezuinigingen, onder andere op het deelterrein
"Kaderondersteuning in de sport". Bij de uiteindelijke be
sluitvorming is echter op dit deelterrein vooralsnog geen
taakstellende bezuiniging opgelegd.