aan de raad der
gemeente Breda
Wlz/8709886
Bij aanbieding van de begroting 1987 is opgemerkt, dat de be
dragen per leerling 1987 voor de onderscheidene soorten voor
speciaal onderwijs nog dienen te worden vastgesteld, als de
circulaire uitkering (voortgezet) speciaal onderwijs van het
ministerie van Onderwijs en Wetenschappen is ontvarïgfen. Deze
circulaire is op 16 maart 1987, kenmerk BO/SP/86020355aan de
gemeenten toegezonden, zodat tot bovenbedoelde vaststelling kan
worden overgegaan.
Conform artikel E 20 van de Overgangswet I.S.O.V.S.O. moeten de
bedragen per leerling ingevolge artikel 186 en 189 van het be
sluit onderwijs 1967 worden vastgesteld en dienen ter bestrij
ding van:
1. de materiële exploitatiekosten en
2. de administratiekosten.
Bij vaststelling van de bedragen per leerling voor materiële
exploitatiekosten wordt onderscheid gemaakt tussen:
a. 1. openbare scholen voor speciaal onderwijs
Voor deze scholen dient het bedrag te worden bepaald dat
ter beschikking wordt gesteld voor de bestrijding van de
kosten bedoeld in artikel 55 onder e. tot en met h.p.
en r. van de Lager-onderwijswet alsmede de kosten van
instandhouding;
2gelijksoortige bijzondere scholen voor speciaal
onderwij s
Het vastgestelde bedrag per leerling bij de openbare
scholen is maatstafgevend voor deze scholen.
bOverige bijzondere scholen voor speciaal onderwijs
Voor deze scholen dient een bedrag per leerling te worden
vastgesteld, dat voldoende moet worden geacht voor de rede
lijke behoeften van een in normale omstandigheden verkerende
school van de betreffende soort.
Voor de administratiekosten stelt de minister van Onderwijs en
Wetenschappen jaarlijks per schoolsoort een minimum bedrag
vast. De definitieve bedragen van 1*987 moeten nog door de minis
ter worden vastgesteld.
«nor?
Bijlage nr. 644
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot vaststelling van de
bedragen per leerling 1987 ten be
hoeve van het speciaal onderwijs.