Bijlage nr. 684
De resterende r.k.-school heeft per augustus 1986 een start
gemaakt in de buurt Kievitsloop. Te zijner tijd - zodra het
aanbod van leerlingen daartoe aanleiding geeft - ligt volgens
de huidige planning verplaatsing naar de nog te ontwikkelen
woonbuurt Heksenwiel/Overkroeten in de bedoeling (zie plan van
scholen 1986-1988).
2.2. Nieuwe leerllngenprognose
In juni 1987 heeft de Sociografische Dienst een bijgestelde
leerlingenprognose geproduceerd voor het basisonderwijs in
Haagse Beemden voor de periode tot het Jaar 2001 In dit
prognoserapport is rekening gehouden met de uitkomsten van het
denominatie-onderzoek.
Geconstateerd wordt, dat de verdeling van het totaal aantal
definitieve lokalen van de reeds aanwezige en van de nog
geplande basisscholen in totaal Haagse Beemden over de
richtingen van onderwijs in grote lijnen in overeenstemming is
met de denominatie-voorkeuren in die wijk. Wel blijkt het
niet-confessioneel onderwijs in Haagse Beemden - en dan vooral
het openbare - vrij ruim bedeeld; het r.k.-onderwijs
daarentegen blijkt enigszins onderbedeeld.
Dat per afzonderlijke woonbuurt het feitelijk oriëntatiegedrag
afwijkt van de denominatie-voorkeuren is ook in overeenstemming
met de bevindingen van het denominatie-onderzoek, aangezien het
criterium afstand/bereikbaarheid vaak prevaleert boven de
richtingenvoorkeur.
In tegenstelling tot in eerdere vooruitberekeningen verwacht de
Sociografische Dienst, dat voor de stabiele situatie nog
slechts rekening mag worden gehouden met 50? van de aantallen
leerlingen in de pieksituatiesTot heden werd een percentage
van 60? gehanteerd.
Deze vermindering van het stabiele leerlingenbestand wordt voor
de nog te bebouwen gebiedsdelen echter gecompenseerd doordat
tegelijkertijd een hoger aantal leerlingen in de pieksituaties
is geprognosticeerd.
Gevolg van een en ander kan wel zijn, dat in de bestaande
gebiedsdelen op lange termijn enige overcapaciteit zal
ontstaan. Gezien de afstanden van de bestaande onderwijsvoor
zieningen tot de nog te realiseren schoollocaties kan deze
overcapaciteit geen gevolgen hebben voor de nog te bouwen
scholen.
Bij de bepaling van de te hanteren belangstellingspercentages
voor de buurten Heksenwiel, Overkroeten en Asterd heeft de
Sociografische Dienst als uitgangspunt genomen, dat - conform
het vastgestelde scholenplan 1987-1989 - in die gezamenlijke
buurten drie scholen op drie verschillende locaties zullen
worden gebouwd. Bij deze veronderstelling past de volgende
procentuele verdeling over de richtingen:
- 6 -