- 3 - Bijlage nr. 731 Daaraan voorafgaand nam Uw raad bij de behandeling van de begroting 1986 (vergadering d.d. 19 december 1985) een motie aan, waarvan de strekking overeen stemt met het aangehaalde punt uit het programma-akkoord Ter uitvoering hiervan hebben wij een NOTA OVER DEREGU LERING uitgebracht, die voor een eerste behandeling is besproken in de op 12 juni 1 986 gehouden vergadering van de commissie Algemene Zaken. Deze nota handelt over de mogelijkheden tot terugdringing van de gemeentelijke regelgeving. Via het onderhavige experiment doet zich de mogelijkheid voor om onder meer te komen tot een afname van de bemoeienis van het rijk en de provincies met gemeenten. In het kabinetsstandpunt wordt in dit kader onder andere gesproken over het dienen van een zuivere tskenscheiding en meer beleidsvrijheid voor de lagere overheden. Daarenboven spreekt het kabinet als zijn overtuiging uit, dat zowel het saneren van admini stratieve verplichtingen bij gemeenten als een verrui ming van de vrijheid om de regelgeving op plaatselijke situaties toe te spitsen, uiteindelijk de dienstverle ning aan de burger ten goede kan komen. Wat decentralisatie betreft valt de mogelijke winst, volgens het kabinet, voor een deel samen met het streven naar bedoelde vormen van deregulering. Daar naast kunnen voorstellen ook betrekking hebben op het toekennen van nieuwe taken en verantwoordelijkheden aan gemeenten De aldus door het kabinet geformuleerde doelstellingen onderschrijven wij. Wij menen, dat via de deelname door Breda aan dit experiment met een of meer projecten een bijdrage kan worden geleverd aan het welslagen hiervan. Na de afronding hiervan kan dan op basis van de inmid dels opgedane ervaringen heel direct (mede) worden beoordeeld in hoeverre die projecten van betekenis zijn te achten voor het functioneren van het lokale bestuur en de van daaruit te verrichten dienstverlening aan de burger Het zijn deze overwegingen en doelstellingen, die ons college in zekere mate enthousiast voor de deelname aan dit experiment hebben gemaakt. In zekere mate, omdat wij ons hebben gerealiseerd, dat in dit stadium niet alle ins en outs, zoals de omvang van de in te zetten menskracht, en het zo te noemen kostenplaatje van het een en ander, zijn te overzien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 1304