- 4 - bijlage nr. 696 836.400, Voor de administratieve voorwaarden waaronder de rijksbijdrage wordt verstrekt wordt kortheidshalve naar het schrijven d.d. 2 juli 1987 verwe zen. De toekenning van deze rijksbijdrage maakt het de gemeente Breda mogelijk het proefprojekt met ingang van de beoogde datum t.w. 1 september 1987 op te starten. Om te voorkomen dat voor de deelnemers kostbare tijd verloren gaat is, vooruitlopend op besluitvorming door de raad, hiertoe dan ook besloten. In de vergadering d.d. 2 september j.l. is de raadscommissie E.Z. W. terzake reeds geïnformeerd. Bij de door het Ministerie van SoZaWe toegezegde rijksbijdrage dient één niet onbelangrijke kanttekening te worden geplaatst. In deze rijksbijdrage is niet begrepen een tegemoetkoming in de te maken scholingskosten. Een verzoek daartoe is niet gehonoreerd. Het Ministerie van SoZaWe houdt zich in deze strikt aan het in de Tijdelijke voorziening neergelegde uitgangspunt dat bij de uitvoering van scholingsaktiviteiten, de bestaande edukatieve infrastruktuur moet worden benut. Vooralsnog zijn de met deze aktiviteiten gemoeide kosten geraamd op een maximaal bedrag ad 85.000,1.000,per deelnemer). Hoewel op basis van gesprekken met scholingsinstanties (Streekschool, Levensschool, p.b.v.e.) de verwachting is gerechtvaardigd dat een aantal scholingsakti viteiten kunnen worden ingepast, zal dit zeker niet voor alle aktiviteiten gelden. In dit stadium is vooralsnog niet te voorzien welke aktiviteiten wel en welke niet kunnen worden ingepast. Aard en inhoud van deze aktivi teiten zijn immers mede afhankelijk van de scholingstekorten en/of -behoef ten van de (potentiële) deelnemers. Gelet op de noodzaak mogelijk te verwachten financieringsknelpunten te kunnen ondervangen, zijn alterna tieve financieringsmogelijkheden in onderzoek. Een eerste mogelijkheid betreft de door het G.A.B. uit te voeren Kaderre geling Scholing. Die scholingsaktiviteiten die passen in het doelgroepen beleid van de Kaderregeling Scholing kunnen in principe via betreffende regeling worden gefinancierd. Om ad-hoc aanvragen zoveel mogelijk te voorkomen hebben wij het G.A.B. verzocht om bij de verdeling van de --beschikbare middelen rekening te houden met eventuele financieringsknel punten terzake. Een tweede mogelijkheid betreft het zogenaamde Arbeidsmarkt en Opleidings fonds (A 0 fonds) van het ministerie van BiZa. Dit fonds voorziet ondermeer in een niet onaanzienlijke bijdrage (75%) in de scholingskosten van tijdelijk bij de gemeentelijke overheid in dienst zijnde werknemers. Daar de in het kader van de Tijdelijke voorziening binnen de gemeentelijke overheid te plaatsen personen hiertoe kunnen worden gerekend, is -medio september- een aanvrage terzake bij het Ministerie van BiZa ingediend. Op de vraag of en zo ja wanneer betreffende aanvrage wordt gehonoreerd is vóóraf geen duidelijkheid te verkrijgen. Om te voorkomen dat aanvullende scholingsaktiviteiten door het (voorals nog) ontbreken van de benodigde financiële middelen niet realiseerbaar zijn, wordt geadviseerd om hiervoor via een reservering van maximaal 85.000,ten laste van het Werkgelegenheidsfonds garant te staan. 4Financieringsopzet De door het Ministerie van SoZaWe toegekende maximale rijksbijdrage ad 836.400,is gebaseerd op het maximale aantal deelnemers te weten 85 met een maximale aanstellingsduur van 10 maanden en een maximale leeftijd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 1350