aan de raad der
gemeente Breda
P/8713264
Bijlage nr. 704
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot vaststelling van een
tijdelijke verordening W.W.V.-ver
vangende uitkering.
In verband met de wijziging in het sociaal zekerheidsstelsel is
met ingang van 1 januari 1987 de nieuwe werkloosheidswet
(N.W.W.) in werking getreden. De wet werkloosheidsvoorziening
(W.W.V.) is per genoemde datum ingetrokken en geïncorporeerd in
de N.W.W.
Voor ambtenaren zijn de aanspraken bij werkloosheid geregeld in
de uitkerings- c.c. wachtgeldverordening. Aansluitend op de
uitkering ingevolge die verordening gaf de W.W.V. aanspraak op
een uitkering ingevolge die wet. Door intrekken van de W.W.V.
en nog niet van toepassing zijn van de N.W.W. op ambtenaren -
dit zal eerst per 1 januari 1988 het geval zijn - is het
noodzakelijk een tijdelijke voorziening te treffen. De kosten
hiervan zullen door het rijk worden vergoed onder de voorwaarde
dat de regeling exact overeenkomstig de aanbeveling van het
college van arbeidszaken wordt vastgesteld in uiterlijk de
raadsvergadering van oktober.
Over deze aanbeveling is overleg gevoerd met de centrales van
overheidspersoneel die zich, bij ongewijzigd overnemen van de
aanbeveling, daartegen niet zullen verzetten.
Plaatselijk overleg kan daardoor achterwege blijven.
De commissie personeel, organisatie en automatisering kan zich
met dit voorstel verenigen.
Burgemeester en wethouders van Breda,
P.M. Feij
H.S. van Asperen
burgemeester.
secretaris.