Toelichting op de verordening medezeggenschap
Artikel 3
Dit artikel komt inhoudelijk overeen met artikel 126d, lid 1,
van het Algemeen rijksambtenarenreglement (ARAR). De positie
van een lid van de medezeggenschapscommissie is enigszins twee
slachtig. Als commissielid is hij een onafhankelijk vertegen
woordiger van het personeel, anderzijds is hij als personeels
lid ondergeschikt aan het hoofd van dienst. Hierdoor kunnen
spanningen ontstaan. Het artikel beoogt het commissielid tegen
de eventuele gevolgen daarvan te beschermen. De tekst van het
artikel is overigens ruim genoeg om niet alleen bescherming te
bieden tegen bewuste genadeling.
Wanneer veel tijd besteed moet worden aan het commissiewerk,
bijvoorbeeld door voorzitters en secretarissen van commissies
bij grote takken van dienst, kan er gemakkelijk een achterstand
ontstaan in actuele kennis van ontwikkelingen in het vak dat
het commissielid als ambtenaar beoefent. Een nascholingspro
gramma kan dan bijvoorbeeld op zijn plaats zijn. Een speciale
ontslagbescherming, zoals artikel 126d, lid 2, van het ARAR
biedt, is niet overgenomen omdat het model-Algemeen ambtenaren
reglement, anders dan het ARAR, een zogenaamd "gesloten" sy
steem van ontslaggronden kent. Een bepaling als vervat in arti
kel 95 ARAR komt daarin dan ook niet voor.
Artikel 4
Passief kiesrecht verkiesbaar zijn als lid van de m.c.) heb
ben ambtenaren die ten minste een half jaar in dienst zijn van
betrokken diensteenheid.
Actief kiesrecht het deelnemen aan m.c-verkiezingen) hebben
alle ambtenaren bij de dienst.
Uit praktische overwegingen is in het verkiezingsreglement op
genomen, dat men in dienst moet zijn op de eerste van de maand,
voorafgaand aan de verkiezingen.
De keuze van het aantal zetels kan afhankelijk zijn van de
grootte van de organisatie en/of het verwachte aantal kandida
ten c.q. kieslijsten dat wordt ingediend. De keuze voor een
oneven aantal commissieleden kan de besluitvorming vergemakke
lijken.
Artikel 5
Ook op dit punt sluit de verordening meer aan bij de Wet op de
ondernemingsraden. Het hoofd van dienst wordt gezien als (ver
tegenwoordiger van) de werkgever en kan dus geen lid zijn van
een werknemersvertegenwoordiging
Artikel 6
De organisaties kunnen zowel afzonderlijk als met elkaar een
kandidatenlijst indienen lijstcombinaties