Naast de vakorganisaties kunnen alle personeelsleden, die geen
lid zijn van een vakorganisatie die een kandidatenlijst heeft
ingediend kandidaten stellen. Hieraan wordt de eis gesteld dat
deze kandidaatstelling moet worden ondersteund door ten minste
een derde deel van het aantal ongeorganiseerden binnen de
diensteenheid, hierbij inbegrepen de leden van een vakorgani
satie, die geen kandidatenlijst heeft ingediend.
Meer dan 30 handtekeningen is echter niet nodig. De kandidaten
op deze lijsten mogen zelf de indiening daarvan ondersteunen
met hun handtekening.
Bij de indiening van de lijsten zal door de kiescommissie ge
controleerd moeten worden of de lijsten voldoen aan de gestelde
eisen. Bij de ongeorganiseerden-lijsten zal onder meer nagegaan
moeten worden dat de ondertekenaars geen lid zijn van een vak
organisatie die zelf een lijst heeft ingediend. De vakorganisa
ties kunnen niet verplicht worden hun ledenlijst aan de kies
commissie te overleggen. In de praktijk zal het - bij twijfel -
erop neerkomen dat de kiescommissie aan de bonden vraagt om na
te gaan of er leden van hen zijn onder de ondertekenaars van
een ongeorganiseerden-lijst.
De mogelijkheid van een lijstcombinatie tussen een organisatie
en een groepering van personeelsleden die geen lid zijn van een
vakorganisatie wordt expliciet genoemd; hierdoor kan op een
kandidatenlijst vermeld worden, dat een of meerdere kandidaten
lid zijn van betrokken organisatie.
Samenstelling en werkwijze van de kiescommissie worden geregeld
in het verkiezingsreglement.
Artikel 9
Het is van belang dat alle tot de tak van dienst behorende amb
tenaren weten wie in de m.c. zitting hebben en welke functies
zij daarin uitoefenen. Dat geldt natuurlijk niet alleen bij een
verkiezingsuitslag; men moet zich ter zake doorlopend kunnen
oriënteren.
Artikel 10
De zittingsperiode van de leden van de medezeggenschapscommis
sie is vier jaar, enerzijds omdat de normale zittingsperiode
van allerlei vertegenwoordigende lichamen vier jaar is, ander
zijds omdat een kortere duur dan vier jaar het gevaar inhoudt
dat de leden onvoldoende ingewerkt raken in alle mogelijke
m.c.taken. En dat zou schade aan de kwaliteit van het m.c.-
werk kunnen betekenen.
Zittende leden zijn terstond herkiesbaar.
De mogelijkheden tot het benoemen van plaatsvervangende leden
is bewust achterwege gebleven.