Behoort bij besluit van de raad van Breda d.d. 29 oktober 1987.
De secr-"" Breda
Artikel 7.
1. Indiening van de kandidatenlijst van een organisatie
vindt plaats uiterlijk tien weken vóór de dag van de
verkiezing.
2. Indiening van een kandidatenlijst, onderscheidenlijk
kandidatenlijsten, van het personeel dat geen lid is van
een organisatie of waarvan de organisatie geen kandi
datenlijst heeft ingediend, vindt plaats uiterlijk acht
weken vóór de dag van de verkiezing.
3Burgemeester en wethouders bepalen in overleg met de
organisaties de datum "van de verkiezing en de uiterste
data voor indiening van een kandidatenlijst en maken deze
vijf maanden vóór de dag van de verkiezing schriftelijk
aan de organisatie en het personeel bekend.
Verkiezing.
Artikel 8.
1. De verkiezing van de leden van de Medezeggenschapscom
missie vindt plaats bij geheime schriftelijke stemming.
2. De ambtenaar kan zijn stem bij volmacht laten uitbrengen
door een ambtenaar werkzaam bij dezelfde tak van dienst.
3. Een ambtenaar kan voor ten hoogste twee personeelsleden
bij volmacht stemmen, hetgeen tegelijkertijd met het
uitbrengen van de eigen stem plaatsvindt.
4. Burgemeester en wethouders stellen ten aanzien van de
kandidaatstelling en de verkiezingsprocedure van leden
van de medezeggenschapscommissie nadere regelen, die niet
in strijd mogen zijn met deze verordening.
Artikel 9.
De medezeggenschapscommissie draagt zorg dat de namen en de
functies van de leden van de commissie aan het hoofd van de
tak van dienst, het personeel, alsmede degenen die kandida
tenlijsten hebben ingediend, bekend kunnen zijn.
Zittingsduur/vacatures
Artikel 10.
1. De zittingsduur van de commissie is vier jaar en vangt
aan op de eerste dag van de maand volgend op die waarin
de verkiezing heeft plaatsgehad.
2. Het lid van de commissie dat zijn werkzaamheden bij de
tak van dienst beëindigt of voor het lidmaatschap
bedankt, verliest met ingang van de datum van de beëin
diging of het bedanken zijn zetel in de commissie.
3. Indien een lid van de commissie drie maanden afwezig is
geweest bij de tak van dienst kan de commissie besluiten
een plaatsvervanger aan te wijzen. Hiervoor wijst zij aan
diegene die daarvoor volgens de uitslag van de laatstge
houden verkiezingen het eerst in aanmerking komt. Gedu
rende de verdere afwezigheid van het lid treedt de aange
wezene op als diens plaatsvervanger in de commissie.
De plaatsvervanger wordt beschouwd als lid van de commis
sie
3