Behoort bij besluit van de raad van Breda d.d. 29 oktober 1987.
De seer
Breda
Voorzitter/secretaris
Artikel 13.
1. De voorzitter, alsmede diens plaatsvervanger wordt door
de Medezeggenschapscommissie uit hun midden gekozen.
2. De secretaris en de plaatsvervangend secretaris worden
gekozen door en zo mogelijk uit de leden van de
commissie
3. Het hoofd van dienst voorziet de voorzitter en de secre
taris van zodanige faciliteiten dat zij het voorzitter
schap respectievelijk het secretariaat naar behoren
kunnen vervullen.
Taken en bevoegdheden.
Artikel 14.
1. De medezeggenschapscommissie hebben heeft tot taak binnen
taak- en doelstelling van de tak van dienst het personeel
te vertegenwoordigen en overleg te plegen met het hoofd
van dienst over alle medezeggenschapsaangelegenheden
betreffende de dienst, waarover het hoofd van dienst of
een gekozen lid overleg wenselijk acht.
2. In de commissie worden in ieder geval aan de orde
gesteld:
a. de wijze, waarop de arbeids- en dienstvoorwaarden bij
de tak van dienst worden uitgevoerd;
b. de wijze, waarop het algemeen personeelsbeleid bij de
tak van dienst wordt uitgevoerd;
c. aangelegenheden op het gebied van de veiligheid, de
gezondheid en het welzijn in verband met de arbeid, de
tak van dienst betreffende;
d. de organisatie van en de werkwijze bij de tak van
dienst;
e. technische aangelegenheden, de tak van dienst betref
fende;
f. economische aangelegenheden, de tak van dienst betref
fende
g. alle overige aangelegenheden van algemene aard, de tak
van dienst betreffende;
3. De commissie schenkt in het bijzonder aandacht aan het
verwezenlijken en het functioneren van het werkoverleg.
4. De commissie wordt tijdig in de gelegenheid gesteld
advies uit te brengen over de eisen waaraan een te
benoemen hoofd van dienst zou moeten voldoen.
5. In een selectiecommissie voor een te benoemen hoofd van
van dienst, neemt een lid van de commissie deel.
6. De commissie wordt zo spoedig mogelijk in kennis gesteld
van de voorgenomen benoeming van het hoofd van dienst.
7. Aangelegenheden, die van algemeen belang zijn voor de
rechtstoestand van de ambtenaar met inbegrip van de
5