Behoort bij besluit van de raad van Breda d.d. 29 oktober 1987. De secreBreda. Artikel 19. In voorstellen aan burgemeester en wethouders inzake de in het tweede lid van artikel 14 genoemde onderwerpen vermeldt het hoofd van dienst de zienswijze van de commissie. Indien de commissie zich van een zienswijze heeft onthouden, dan doet het hoofd van de tak van dienst daarvan mededeling. Artikel 20. 1. In gevallen van spoedeisende aard die geen uitstel of verder uitstel gedogen, kan het hoofd van de tak van dienst, gehoord de voorzitter van de Medezeggenschaps commissie, bij wijze van voorlopige voorziening maatre gelen treffen, onderscheidenlijk voorstellen aan burgemeester en wethouders doen, zonder instemming dan wel advies van de commissie. 2. De maatregelen dan wel het voorstel bedoeld in het vorige lid, worden in de eerstvolgende overlegvergadering aan de orde gesteld. 3. Indien de commissie alsdan niet alsnog instemt met de bij wijze van voorlopige voorziening getroffen maatregelen, vraagt het hoofd van dienst burgemeester en wethouders om voorziening, dan wel maakt hij de gevolgen van die maatregelen feitelijk of rechtens weer ongedaan. 4. Aan voorstellen aan burgemeester en wethouders wordt door het hoofd van dienst na de overlegvergadering zo mogelijk alsnog de zienswijze van de commissie toegevoegd. Commissievergaderingen Artikel 21. 1. De Medezeggenschapscommissie vergadert zo dikwijls de voorzitter of ten minste een derde deel van de leden dit wenst, doch ten minste viermaal per jaar. 2. De vergadering van de commissie zijn in beginsel toegankelijk voor het personeel, tenzij de commissie bij wijze van uitzondering anders besluit. 3. De commissie en het hoofd van dienst treffen in overleg een regeling met betrekking tot de toegankelijkheid van de vergaderingen van de commissie. Artikel 22. 1. De secretaris kondigt de vergaderingen van de commissie tijdig schriftelijk aan en stelt elk lid in de gelegen heid agendapunten bij hem in te dienen. 2. Ten minste tien dagen tevoren ontvangt elk lid van de secretaris een schriftelijke agenda voor de vergadering. 3. De in het vorige lid bedoelde agenda omvat alle ter vergadering te behandelen onderwerpen, elk zo mogelijk voorzien van een toelichting. 7

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 1404