Bijlage nr. 676
lijke dienstverlening (1983)
10. Tijdelijke subsidieverordening voor de maatschappe
lijke hulp- en dienstverlening voor jongeren (1983)
11. Subsidievoorwaarden kinderdagverblijven (1983)
12. Subsidieregeling peuterspeelzalen (1985)
13. Subsidieregeling voor wijk-/buurtorganen (1985)
14. Subsidieregeling voor W-groepen (1985)
15. Subsidieverordening jeugd- en jongerenactiviteiten (1986)
16. Sportsubsidieverordening (1986)
Om verschillende redenen is het dringend noodzakelijk de
diverse verordeningen te herzien, aan te vullen en op elkaar af
te stemmen.
Een van de redenen is dat ondanks de veelheid en diversiteit
aan verordeningen en regelingen e.e.a. nog niet alle
activiteiten omvat; er zijn ook nieuwe gesubsidieerde
activiteiten-terreinen bijgekomen (te denken is aan
activiteiten op het terrein van volksgezondheid; maar ook
onderwijsbegeleidingsdienst, Stedelijk Museum etc.).
Een andere overweging is dat een aantal verordeningen alleen al
op grond van "juridische ouderdom" aan herziening toe is.
Maar een van de belangrijkste redenen is dat naar opzet en
methodiek de verordeningen onderling sterk verschillen en
daardoor ook verschillend uitwerken naar instellingen en
groepen wat betreft rechten en plichten.
De noodzakelijk geworden herziening is door ons college dan ook
aangegrepen om één integrale verordening te ontwerpen, waarmee
in de relatie tussen de gemeente Breda als subsidiënt en een
gesubsidieerde instelling binnen het in het voorafgaande
beschreven terrein één eenduidig kader van rechten en plichten
van toepassing is.
Deregulering
Tegelijkertijd hebben wij de noodzakelijke herziening
aangegrepen om de veelheid van gegroeide regels aan een
critisch onderzoek te onderwerpen.
Er is in tweeërlei opzicht sprake van deregulering:
- door een 16-tal onderling verschillende regelingen terug te
brengen tot één regeling; een met name intern uitwerkende
deregulering;
- door een aanzienlijk aantal regels in de oude verordeningen
te schrappen en niet meer op te nemen in de nieuwe regeling;
een deregulering die met name extern uitwerkt.
De verordening is daarmee teruggebracht tot die clusters van
regels die ons minimaal noodzakelijk lijken, zowel vanuit het
belang van de gemeente (de subsidiënt) als de ontvangende
instelling of groepering (de subsidiabele activiteit).
- 2 -