Bijlage nr. 676
Die clusters zijn:
a. procedureregels m.b.t. indienen van subsidieverzoeken
(data, beslissingstermijn(en)
b. regels m.b.t. bezwaar en beroep (indieningstermijn,
hoorzitting etc.);
c. toetsingsregels (m.n. financieel);
d. bijzondere regels t.a.v. exploitatie- en m.n. investerings
subsidie.
Daarnaast is een beperkt aantal bijzondere bepalingen opgenomen
als
- democratisering (geen bijzondere regels; volstaan is met de
koppeling aan de overeenkomst tussen werkgevers- en
werknemersorganisaties; hiertoe is op 11 juli 1985 door Uw
raad besloten op verzoek van genoemde organisaties);
- anti-discriminatiebepaling.
Hiermee hebben wij naar ons oordeel de regelgeving beperkt tot
wat nodig is voor het waarmaken van de verantwoordelijkheid van
Uw raad en ons college.
Eventuele verdergaande mogelijkheden in het kader van
deregulering zullen aan de orde komen bij de reeds door ons
college toegezegde notitie inzake budgetfinanciering.
E.e.a. past in Uw en onze wens om de aandacht meer te richten
op het resultaat van de gesubsidieerde activiteiten, het
produkt, en niet alleen op de middelenstroom.
Om die reden hebben wij aan de (ontwerp-)verordening "subsidie
richtlijnen" met inhoudelijke criteria toegevoegd. Subsidie
richtlijnen die, evenals de verordening zelf, door Uw raad
worden vastgesteld.
Op deze wijze is er een instrument gecreëerd waarmee enerzijds
Uw raad het door U gewenste beleid inhoudelijk meer kan sturen
en waarmee anderzijds instellingen meer dan voorheen rekening
kunnen houden met de criteria.
Met deze opzet, die het voordeel van een "alles-in-één-hand"-
verordening combineert met het voordeel van selectief gebruik -
nl. de verordening plus die richtlijnen die voor een instelling
van belang zijn - streven we ook een gebruikersvriendelijker
geheel na.
Door onze afdeling Voorlichting en Inspraak wordt overigens
gewerkt aan een lay-out en uitgave die de hanteerbaarheid
verder verbetert.
Vrijwilligersorganisaties
Mede met het oog op de aangehaalde gebruiksvriendelijkheid is
de mogelijkheid bezien de verordening nog nader uiteen te
splitsen.
Voor een eventuele uiteensplitsing van de verordening is het
onderscheid tussen vrijwilligersorganisaties respectievelijk
- 3 -